Op de dag van de opname meldt u zich in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht, op de plaats en tijd die u heeft doorgekregen.
Voor de behandeling krijgt u een katheter. Dit is een slangetje dat via de urinebuis in de blaas wordt ingebracht. Uw urine loopt dan vanzelf via dit slangetje naar een zakje. De katheter is nodig omdat u na de behandeling in bed moet blijven liggen zonder dat u veel mag bewegen.
U krijgt voor deze behandeling een ruggenprik. Na de behandeling krijgt u een aantal dagen morfine als pijnstilling (vaak via een infuus).
Wat kunt u verwachten?
De embolisatie vindt plaats op de afdeling Radiologie en wordt uitgevoerd door een interventie-radioloog. Dit is een radioloog die speciaal is opgeleid om dit soort behandelingen uit te voeren.
De embolisatie vindt plaats via een naald met twee dunne slangetjes in de liesslagader: één in de linker liesslagader en één in de rechter liesslagader. De radioloog schuift de slangetjes naar de slagaders die de vleesboom van bloed voorzien.
Om te zien waar de slangetjes zich in de slagader bevinden, spuit de radioloog regelmatig contrastvloeistof door het slangetje in uw bloedbaan. Ook maakt de radioloog röntgenfoto’s. U kunt van het contrastmiddel een warm gevoel krijgen. Dit verdwijnt heel snel. Als de slangetjes op de juiste plaats liggen, spuit de radioloog kleine korreltjes in de slagaders van de vleesboom. Deze korreltjes zorgen dat de slagaders worden afgesloten.
Hierna worden de slangetjes verwijderd. De aangeprikte plek in de liezen wordt goed dichtgedrukt en verbonden met een verband.