"Nu kan ik het tenminste zelf doen"
Medido is een klein, afgesloten kastje met daarin een rol met zakjes met medicijnen. Het staat bij cliënten van de wijkverpleging thuis en geeft steeds de juiste soort en hoeveelheid medicijnen af, op de vooraf door de verpleegkundige ingestelde tijden. Met een geluidssignaal waarschuwt Medido dat het tijd is om de medicijnen in te nemen. De cliënt drukt vervolgens op de OK-knop, waarna het zakje met medicijnen opengesneden uit Medido komt.
Dat kan ik zelf wel
Mevrouw Zwart: ‘Ik heb hem al heel lang. Toen ik begon was het nog een proef. Ze zeiden: ’Dat moet je maar met mevrouw Zwart proberen.’ Ik kan dat soort dingen wel goed. Ik was ook een van de eersten met een iPad. En ik heb maar lagere school, he?! In het begin moest de wijkverpleegkundige hem vullen. Dat was best een gehannes, want zij moesten dat ook nog leren. Ik zag dat en zei: ‘Dat kan ik zelf wel.’ Toen heeft de verpleegkundige me uitgelegd hoe het ging. Nu doe ik het zelf en het gaat prima!’
Als het tijd is gaat ‘ie af
Haar duim gaat omhoog. ‘Ja ik vind het een ideaal ding. Ik ben ook wel eens kwaad op hem, hoor. ’s Ochtends om 7 uur, als hij gaat piepen en ik dat hele eind mijn bed uit moet. Na een paar minuten gaat hij weer. Dan ga ik er maar uit om mijn medicijnen te nemen’, vertelt mevrouw Zwart. ‘Als het tijd is gaat ‘ie af. Zo’n drie keer per dag. Soms haal ik ook de medicijnen voor de volgende ochtend er ’s avonds al uit, zodat ik ze naast mijn bed kan leggen. Dat kan ook. Dan hoef ik er ’s ochtends niet uit en kan ik toch mijn medicijnen nemen. Als ik weg ga ook. Dan haal ik ze er vast uit en neem ik ze mee. Dan heb je wel dat ze in je tas zitten en je het soms toch weer vergeet. Met die Medido thuis gebeurt dat niet, want dan gaat ‘ie af.’
Fijn als je niet steeds naar de deur hoeft te lopen
‘Als ik een keer vergeet de medicijnen eruit te halen, krijg ik een telefoontje van een van de meisjes hier. Daar zijn ze trouw in, hoor’, gaat mevrouw Zwart verder. ‘Als ik het niet goed doe, dan bellen ze gelijk. Om zes uur vergat ik ze bijvoorbeeld vaak. Dan vergeet ik het gewoon. Maar ze houden je wel goed in de gaten. En het is fijn om het voor de rest toch zelf te kunnen doen. Dan hoef je niet steeds naar de deur te lopen of te wachten tot de verpleegkundige er is. Zij hebben het ook altijd druk. Dat merk je gewoon. Ik probeer ze zoveel mogelijk tegemoet te komen door wat ik thuis geleerd heb: ‘Ken ik niet bestaat niet en wil ik niet ligt ernaast’. Dat zei mijn moeder altijd. Wat je zelf ken, moet je zelf doen. En sommige dingen, nou ja, die gaan op een gegeven moment gewoon niet meer. Ook niet met hulpmiddelen. Dan is het wel fijn als ze je komen helpen. Met uit- en aankleden bijvoorbeeld, omdat mijn arm gewoon niet meer omhoog wil.’
Ik blijf graag baas over mijn eigen dingen
‘Met dat ik een keer niet zo lekker was werd de medicatie ook anders en wilde de verpleegkundige het van me overnemen. Schat van een vrouw, hoor, zou je er meer van moeten hebben op de wereld, maar ze wilde er de baas over blijven. Dat voelde ik zo. Maar als ik eerlijk ben, deed ik het liever zelf. Ik ben misschien wel een beetje te bazig, maar ik blijf ook graag baas over mijn eigen dingen. Gelukkig gaat het inmiddels iets beter met me. En we kijken nu samen naar hoe het gaat. Zoals het nu is wil ik wel 100 worden. Het is hier prima, goed eten ook. En ik ben pas 92. Ik kan nog naar buiten, maak zelf mijn boterham klaar en ik doe dus mijn eigen medicijnen. Ja, ik ben er blij mee.’