CT-onderzoek van het hart (Calciumscore en CTA Coronairen) met dagopname
Het onderzoek
Met de CT-scanner wordt met behulp van röntgenstralen dunne afbeeldingen van het hart gemaakt. Het onderzoek bestaat meestal uit 2 delen: een calciumscore (1) en een CT-scan met contrast van de kransslagaderen. Bij de calciumscore wordt met behulp van de CT-scan de hoeveelheid kalk (calcium) in de kransslagaders van het hart gemeten. De CT van de kransslagaders met contrastvloeistof (CTA coronairen) bepaalt of de kransslagaders vernauwd zijn. De hoeveelheid kalk bepaalt of de scan van de kransslagaders met contrastvloeistof gemaakt moet worden. Het kan zijn dat dit deel van het onderzoek geen toegevoegde waarde heeft.
Voor het onderzoek
U meldt zich op de afgesproken tijd op de afdeling waar u wordt opgenomen. Daar wordt uw bloeddruk gemeten en een ECG (hartfilmpje) gemaakt. Zo nodig krijgt u nog extra medicatie om uw hartritme wat langzamer te maken. Er zal een infuusnaald worden geplaatst en later wordt u dan geroepen voor de scan en naar afdeling Radiologie gebracht.
Verder is belangrijk:
- Minstens 24 uur voor het onderzoek mag u geen chocolade, koffie, thee en Redbull of andere cafeïne houdende dranken gebruiken.
- U hoeft voor dit onderzoek niet nuchter te blijven, u kunt verder gewoon eten en drinken. Geadviseerd wordt om een uur voor het onderzoek geen zware maaltijd te nuttigen.
- Indien het u niet veel moeite kost om niet te roken, dan graag op de dag van het onderzoek zo min mogelijk roken.
- Het is handig als u een shirt met korte mouwen draagt of een hemd. Als u een BH draagt, dan is het voor het onderzoek het beste als u een BH zonder beugels draagt. Het is beter om de scan met BH te maken i.p.v. zonder BH.
- Gebruik de dag van het onderzoek geen zalf en/of bodylotion. De ECG-plakkers blijven anders niet zitten.
- Laat uw sieraden zoveel mogelijk thuis. Dan kunt u ze na het onderzoek ook niet vergeten. Het is belangrijk dat het deel van het lichaam dat onderzocht wordt vrij is van sieraden.
- Het is voor dit onderzoek belangrijk dat u een rustig hartritme heeft. U heeft, zo nodig, van uw cardioloog een recept meegekregen voor medicijnen (bètablokkers) die ervoor zorgen dat u een rustig hartritme krijgt. U neemt deze tabletten volgens het voorschrift van de cardioloog in. Indien noodzakelijk krijgt u op de polikliniek Cardiologie extra medicatie om de hartslag verder te vertragen.
- Vanwege de medicijnen die u heeft gekregen, mag u niet zelf een voertuig besturen. Regel daarom iemand die u brengt en ophaalt.
Zwangerschap
Het is belangrijk om te weten of u zwanger bent. Het onderzoek kan schadelijk zijn voor de ongeboren baby. Wanneer u zwanger bent, of denkt zwanger te zijn, meldt u dit vooraf bij uw arts of de laborant(e). Meestal kan het onderzoek uitgesteld worden.
Medicijngebruik
Indien u nierfunctiestoornissen heeft kan het zijn dat uw medicatie moet worden aangepast i.v.m. het contrast van de CT. De volgende medicamenten kunnen worden aangepast en/of tijdelijk gestopt, indien uw arts dit nodig vindt:
- Metformine kan tijdelijk worden gestaakt, deze medicatie moet 24 uur voor de CT scan worden gestaakt. Andere medicatie voor diabetes kunnen gewoon worden ingenomen.
- Ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID) zoals ibuprofen en diclofenac, deze medicatie deze medicatie moet 24 uur voor de CT scan worden gestaakt.
- In zeldzame gevallen moet de ACE-remmers of Angio-tensine-II-receptor blokkers of diuretica worden gestaakt, in het algemeen kunnen deze worden gecontinueerd.
Jodiumhoudend contrastmiddel
Bij dit onderzoek wordt een jodiumhoudend contrastmiddel gebruikt. Hierbij is het belangrijk om te weten of uw nieren goed werken. Wanneer dit niet bekend is, zal uw arts uw bloed laten prikken om deze waarde te controleren. Is de nierfunctie niet goed genoeg, dan wordt u eerder opgenomen. Uw nieren worden dan met een infuus voorbereid op het onderzoek. De cardioloog zal zorgen dat dit geregeld wordt.
Heeft u eerder een jodiumhoudend contrastmiddel gehad? En heeft u hier een allergische reactie op gehad, dan moet u contact opnemen met uw cardioloog die het onderzoek aangevraagd heeft.
Tijdens het onderzoek
Bij een CT-scan wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen. U ligt op een onderzoekstafel die langzaam door een ruime opening schuift. U kunt aan beide kanten door de opening heen kijken. Het toestel wordt bediend vanuit een aangrenzende ruimte. De laborant(e) kan u zien en horen.
Hoe gaat het onderzoek?
De radiologisch laborant neemt u mee naar de scanruimte. U neemt plaats op de onderzoekstafel.
U krijgt ECG-plakkers op geplakt en u wordt aangesloten op een ECG-apparaat. Zo wordt uw hartslag in beeld gebracht. Soms is het nodig om u extra bètablokkers te geven om uw hartslag te verlagen. Deze extra dosis krijgt u via het infuus. Eerst wordt er een aantal scans gemaakt zonder contrastvloeistof. Telkens wordt u gevraagd de adem korte tijd in te houden. Als de scan met contrastvloeistof gemaakt gaat worden, krijgt u medicatie onder de tong gespoten, dit is nodig om de kransslagaders goed af te beelden. Daarna krijgt u door het infuus het contrastvloeistof. Ook nu wordt u weer gevraagd de adem in te houden. Van het contrastvloeistof krijgt u een warm gevoel over het gehele lichaam.
Tijdsduur
Het hele onderzoek vanaf voorbereiding tot het eind duurt ongeveer 30 minuten. Gedurende het hele onderzoek kan een laborant u zien en horen.
Na het onderzoek
Na het onderzoek wordt u terug naar de afdeling gebracht en kunt u daarna naar huis. Het is verstandig om deze dag nog extra (water) te drinken. Zo spoelt u het contrastmiddel snel uit uw lichaam. Van de medicijnen voor uw hart kunt u wat duizelig worden en/of hoofdpijn krijgen. U mag geen voertuig besturen en niet zonder begeleiding naar huis.
Plassen in een plaszak na een CT-scan
U krijgt tijdens de CT-scan een contrastvloeistof in een bloedvat gespoten. Deze vloeistof gaat uw lichaam weer uit als u plast. We willen voorkomen dat de vloeistof in het rioolwater terecht komt. Het is namelijk moeilijk om contrastvloeistof uit het rioolwater te zuiveren. Daarom vragen we u om de eerste vier keer na de CT-scan te plassen in een plaszak in plaats van in het toilet. De plaszak kunt u daarna bij het restafval gooien. Zo komt uw plas met de contrastvloeistof niet in het rioolwater terecht. De vier plaszakken krijgt u van de laborant na de CT-scan. Ook krijgt u uitleg over hoe u de zakken moet gebruiken. Dankzij een speciaal materiaal in de plaszakken stolt uw plas direct na gebruik. Er is dus geen risico op lekkages of nare luchtjes.
Verandering in ontlasting
Na het onderzoek kan uw ontlasting er anders uitzien. Het kan bijvoorbeeld een ongewone kleur hebben, of u kunt last krijgen van diarree. Dit is normaal en u hoeft zich hierover geen zorgen te maken.
Uitslag
De radioloog beoordeelt samen met de cardioloog de gemaakte scans. Tijdens uw eerstvolgende afspraak met uw cardioloog bespreekt hij/zij de uitslag met u.
Contact
Het is belangrijk dat u juiste en duidelijke informatie krijgt. Met deze informatie beslist u met uw arts of u het onderzoek laat doen. Heeft u na het gesprek met uw arts en na het lezen van deze informatie nog vragen stel deze dan gerust. Ook voor suggesties kunt u ons benaderen. Schrijf uw vragen van tevoren op, zodat u niets vergeet.
Heeft u vragen met betrekking tot het onderzoek belt u dan met de afdeling Radiologie (0183) 64 44 50.
Gaan uw vragen over de medicatie die door de cardioloog zijn voorgeschreven of kunt u niet op de afgesproken tijd komen, belt u dan naar poli Cardiologie (0183) 64 43 05