Zorg in de laatste levensfase (palliatieve zorg)
De behandeling
Palliatieve zorg is de zorg voor patiënten bij wie geen genezing van de ziekte meer mogelijk is en waarbij symptoombehandeling hoofddoel is. Er wordt geprobeerd patiënten een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te geven. Hierbij is er aandacht voor zowel de lichamelijke klachten waarvoor onder andere pijnbehandeling wordt toegepast, als de psychosociale problemen van een patiënt en zijn of haar naasten. Palliatieve zorg wordt tegenwoordig eerder in het ziekteproces dan de laatste levensfase aangeboden. Onderdeel daarvan is Advance Care Planning ofwel gesprekken samen met de patiënt om te bepalen wat belangrijk is voor de resterende levensfase, welke zorg, welke specifieke begeleidingsbehoefte, welke beperkingen in behandelbeleid etc.
Wanneer palliatieve zorg?
Palliatieve zorg wordt aangeboden aan patiënten met een levensbekortende ziekte, waarbij is gebleken dat ondanks optimale behandeling geleidelijk functionele en conditionele achteruitgang optreedt; uiteindelijk overgaand in terminale- en stervensfase zorg.
Hoe gaat palliatieve zorg in zijn werk?
Palliatief betekent verlichting of verzachting. Bij palliatieve zorg worden de klachten van de patiënt dan ook zoveel mogelijk verlicht en het lijden verzacht. Er wordt daarom vooral bestrijding van pijn en andere symptomen toegepast bij palliatieve zorg. Het gaat hierbij niet alleen om ziekenhuis gebonden zorg. Zo mogelijk krijgt de patiënt thuishulp, gespecialiseerd in palliatieve zorg. In het ziekenhuis speelt het palliatief team, waar de neuroloog onderdeel van uitmaakt, een belangrijke rol bij de bestrijding van klachten in de palliatieve zorg. Naast de lichamelijke klachten is er veel aandacht voor de psychosociale kant van ziek zijn en sterven. Symptomen passend bij een depressie, en verwardheid worden behandeld met medicatie en begeleiding. Palliatieve zorg bestaat vaak uit aandacht geven en het bieden van een luisterend oor. Daarnaast kunnen mantelzorgers of vrijwilligers ingeschakeld worden. Bij psychosociale problemen worden psychologen uit de eerste lijn of gespecialiseerde instellingen ingeschakeld.
Ook wordt de patiënt (of diens vertegenwoordiger) geholpen bij het nemen van belangrijke beslissingen over stoppen van de curatieve behandeling, afwegen van palliatieve behandelingen en uiteindelijk rond het overlijden. Stervensbegeleiding maakt deel uit van palliatieve zorg.
Pijnbestrijding
Bij behandeling van lichte pijn worden pijnstillers als paracetamol of NSAID’s (ontstekingsremmers) gebruikt. Dit zijn onder andere naproxen, diclofenac en ibuprofen. Als deze pijnstillers niet voldoende werken of contra-indicaties bestaan kunnen opioïden worden toegediend. Een voorbeeld hiervan is morfine.
Naast medicijnen kunnen ook ander interventies helpen bij pijnbestrijding. Voorbeelden hiervan zijn zenuwblokkades en chirurgische ingrepen. Ook ontspanningsoefeningen of massages kunnen verlichting brengen bij de meestal multifactorieel bepaalde pijn.
Palliatieve sedatie
Tijdens de stervensfase van de patiënt kan gekozen worden voor palliatieve sedatie. Hierbij wordt sederende medicatie toegediend om het lijden te verlichten, indien dit niet meer op andere wijze mogelijk is. De patiënt sterft uiteindelijk een natuurlijke dood, namelijk door de ziekte waaraan hij of zij lijdt; palliatieve sedatie is geen vorm van euthanasie.