Onderzoek voor de operatie (pre-operatieve screening)
U bezoekt (voor opname in het ziekenhuis) de anesthesioloog op de polikliniek pre-operatieve screening. De anesthesioloog brengt uw gezondheid en eventueel medicijngebruik in kaart. Ook krijgt u voorlichting over de verdoving en over de pijnbestrijding na de operatie.
Een normale bloedstolling na de operatie is van groot belang. Daarom mag u voorafgaand aan de ingreep geen bloed verdunnende middelen gebruiken. Deze middelen zorgen ervoor dat het bloed minder goed of geheel niet stolt. Het gaat hierbij met name om pijnstillers die acetylsalicylzuur bevatten (Aspirine, Acetosal, Ascal ect. ). Wanneer u wordt begeleid door de trombosedienst en dus antistolling gebruikt , moet u dit absoluut melden aan de behandelend Keel, Neus-en Oorarts en de anesthesioloog. Eveneens moet u vermelden of er in uw familie aangeboren bloedstollingsstoornissen voorkomen.
Na het bezoek aan de anesthesioloog heeft u een gesprek met een verpleegkundige. De verpleegkundige noteert uw gegevens die van belang zijn voor uw behandeling in het ziekenhuis. U krijgt aanvullende informatie over de operatie en instructies voor de opname.
De voorbereiding thuis
U wordt verzocht om de medicijnen die u gebruikt mee te nemen naar het ziekenhuis. In de folder Anesthesie staat vanaf wanneer u niet meer mag eten en drinken. U heeft deze ontvangen bij uw bezoek aan de anesthesioloog of via cliëntenportaal MijnRivas toegekend gekregen.
Op de ochtend van de operatie moet u zich douchen.