Staaroperatie (cataractoperatie)
De behandeling
De ooglens bevindt zich in het oog, direct achter de pupil en iris. De lens is helder en zorgt dat u scherp kunt zien. Als u ouder wordt kan de lens troebel worden. Hierdoor kan licht de binnenkant van het oog (het netvlies) minder goed bereiken. Het gevolg is dat u wazig gaat zien. De vertroebeling van de lens heet cataract (staar).
Wat zijn de klachten van staar?
Wazig zien is bij de meeste mensen met staar de belangrijkste klacht. Het kan lijken alsof men door een beslagen ruit of een vieze bril kijkt. Anderen hebben last van een dubbel beeld. Weer andere mensen hebben vooral last van verstrooiing van het licht. Bijvoorbeeld in de avond bij tegemoetkomende auto’s. Ook toenemende bijziendheid kan een klacht zijn.
Wanneer ontstaat staar?
Staar is meestal een ouderdomskwaal. Er wordt ook wel gesproken over 'ouderdomsstaar'. Het kan echter ook ontstaan door ziekten elders in het lichaam of door medicijngebruik. In zeldzame gevallen is staar aangeboren. Staar op jeugdige leeftijd komt zelden voor.
Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?
De behandeling van staar bestaat uit een operatie. Er zijn nog geen andere methoden om staar te behandelen. Veel mensen denken ten onrechte dat staar met bijvoorbeeld een laser kan worden behandeld. En zijn geen (genees)middelen, leefwijzen of diëten die staar kunnen stoppen of ophelderen.
Of een behandeling nodig is, hangt af van de eisen die u aan uw gezichtsvermogen stelt. Een lichte mate van staar belemmert het dagelijks leven niet al te zeer. Wanneer u in uw dagelijks leven wel hinder heeft van de staar, zal uw oogarts met u een operatie bespreken. Het is dus niet meer zo dat staar moet ‘rijpen’. Uw oogarts zal in overleg met u het tijdstip van de operatie bepalen.
De operatie
Bij de operatie verwijdert de oogarts de troebele lens uit het oog. Hiervoor wordt een staarvergruizer gebruikt. De opening die tijdens de operatie in het oog wordt gemaakt blijft beperkt tot 2.2 millimeter. De troebele lens wordt vervangen door een kunstlens.
De lensmeting
Om de sterkte van de kunstlens te bepalen, wordt een lensmeting (A-scan biometrie) uitgevoerd. De lensmeting wordt uitgevoerd door de TOA (Technisch Oogheelkundig Assistent). Bij de lensmeting worden beide ogen gemeten. De lensmeting is pijnloos en duurt ongeveer 10 minuten. De sterkte van de kunstlens bepaalt mede de brilsterkte die na de operatie nodig is.
Contactlenzen
Contactlensdragers moeten de lenzen minimaal 2 weken uithouden voordat een betrouwbare meting gedaan kan worden.
Bij een staaroperatie is het mogelijk iemands brilsterkte (deels) te corrigeren met een kunstlens. Daar zijn verschillende soorten lenzen voor te gebruiken.
Standaard (monofocale) kunstlens
De meest gebruikte lens is de standaard monofocale kunstlens. Meestal wordt een lenssterkte gekozen waarmee u in de verte scherp ziet. Een leesbril is dan in elk geval nodig; een vertebril kan nodig zijn om nog scherper te zien in de verte. In overleg met u kan er ook voor een lens gekozen worden waarbij u juist dichtbij kan lezen zonder bril maar wel een bril voor de verte nodig heeft.
Deze lens wordt helemaal vergoed door de zorgverzekeraar.
Premium lenzen
Er kan ook gekozen worden voor de torische kunstlens of de multifocale kunstlens. Dit is echter niet voor iedereen geschikt. Indien u een geschikte kandidaat bent worden deze mogelijkheden met u besproken tijdens het consult bij de oogarts.
Deze kunstlenzen worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. U dient de kunstlenzen zelf te betalen vóór de operatiedatum.
Torische kunstlens
Als er een grote cilinder in de bril zit kunt u eventueel kiezen voor een kunstlens die deze cilinder corrigeert. Hierdoor krijgt u een zuiverder beeld waarbij wij ernaar streven dat u minder afhankelijk van een vertebril wordt.
Multifocale kunstlens
Deze kunstlens corrigeert de sterkte voor zowel veraf als nabij. In 80% van de gevallen is aanvullend brilgebruik niet nodig. Deze kunstlens kan een cilinder beperkt corrigeren. De voor- en nadelen van de lens worden uitgebreid besproken als u in aanmerking zou komen voor deze kunstlens.
Voor de staaroperatie
Op de polikliniek Oogheelkunde ontvangt u een recept voor oogdruppels (Dexamethason en Nevanac). Zorgt u ervoor dat u deze middelen in huis heeft vóór de operatie. Gebruikt u thuis medicijnen, neemt u deze dan (in de originele verpakking) mee op de dag van de opname.
Medicatie
Het is belangrijk dat u 2 dagen vóór de operatie start met de oogdruppels:
- 4x per dag Dexamethason oogdruppels in het te opereren oog
- 1x per dag Nevanac oogdruppels in het te opereren oog
- Het afbouwschema van deze druppels kunt u vinden in het hoofdstuk ‘Na de operatie’
Wat moet u regelen en meenemen op de dag van de operatie?
- Uw identiteitsbewijs.
- Op de dag van de operatie komt u zonder sieraden naar het ziekenhuis.
- U kunt na de operatie niet zelf autorijden. Regelt u voor de opname het vervoer naar en van het ziekenhuis. Denk hierbij ook aan de nacontrole.
- Na de operatie moet u het geopereerde oog druppelen om ontstekingsreacties te voorkomen. Mocht u daartoe niet in staat zijn en ook geen mensen in uw omgeving hebben die u daarbij kunnen helpen, dan kunt u hulp van de Thuiszorg aanvragen. De aanvraag kan gedaan worden bij de Zorglijn van Rivas, telefoonnummer 0900-8440, zodra de operatiedatum bekend is. De medewerkers van de Zorglijn zorgen dat er een indicatie wordt gesteld en dat u de gewenste hulp krijgt.
- U vindt in deze brochure als bijlage een vragenlijst ‘lokaal anesthesie’. Het is de bedoeling dat u deze vragenlijst thuis invult en meeneemt op de dag van de operatie. Dit geldt voor het eerste en het tweede oog. U kunt deze vragenlijst overhandigen aan een medewerker van de dagbehandeling.
- U vindt in deze brochure als bijlage een informatiebrief over een vragenlijst over de effecten van de staaroperatie op de kwaliteit van uw leven. Wilt u deze vragenlijst vóór de operatie en 3 maanden na de operatie invullen. U kunt vragenlijst vóór de operatie evt ook invullen op een iPad op de dag van de operatie zelf.
- Deze brochure.
Voorbereiding op de operatie
- Was op de ochtend van de operatie uw ogen goed uit met water.
- Gebruik geen make-up.
- U kunt gewoon eten en drinken en medicijnen innemen mocht dit nodig zijn.
- Meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling Dagbehandeling D1.
- Ongeveer 1 uur voor de operatie worden uw ogen door de verpleegkundige op de afdeling. gedruppeld. Na de operatie hoeft u op deze dag niet meer te druppelen.
- De operatie gebeurt op een verrijdbare stoel. U draagt beschermende kleding over uw eigen kleding. Wij vragen u om schone en gemakkelijke kleding aan te trekken.
- Als u voor de operatie erg verkouden bent of veel hoest, neemt u dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde of de Dagbehandeling.
De dag van de operatie
Verdoving
Bepalen van de verdoving
Uw oogarts of de anesthesioloog bepaalt in overleg met u de wijze van verdoven. Voor het bepalen van de verdovingsvorm zijn naast uw persoonlijke voorkeur een aantal factoren van belang, zoals uw algehele lichamelijke conditie, eventuele ziekten en het gebruik van bepaalde medicijnen. Meestal wordt er gebruik gemaakt van lokale verdoving (druppels of subtenon). Onder bepaalde omstandigheden vindt de operatie plaats onder algehele narcose.
Soorten verdoving
Voor een staaroperatie kunt u op 3 manieren verdoofd worden. Samen met de oogarts wordt gekozen voor de verdoving die voor u het meest geschikt is. De 3 manieren zijn:
- Druppelverdoving
Hierbij wordt uw oog met behulp van oogdruppels gevoelloos gemaakt. U kunt uw oog dan nog wel bewegen en u kunt in principe ook nog van alles zien. Deze verdoving wordt door de oogarts toegepast.
- Subtenonverdoving
Hierbij krijgt u, naast een druppelverdoving, een klein sneetje bij het oog waardoor aanvullende pijnstillende medicijnen worden gespoten. Ook nu kunt u uw oog nog bewegen en in principe nog wat zien. De anesthesioloog voert het subtenon-blok uit.
- Narcose
U wordt in slaap gebracht voor de operatie door de anesthesioloog. U wordt pas weer wakker als de operatie is afgerond.
Alle patiënten waarbij een druppelverdoving of een subtenonverdoving is afgesproken mogen normaal ontbijten. U bent dan dus niet nuchter. Als u geopereerd wordt onder narcose dan moet u vanaf 00.00 uur nuchter blijven. De anesthesioloog bespreekt dit voor de operatie ook met u.
Elke verdoving heeft een risico. U kunt op medicijnen anders reageren of er bijvoorbeeld allergisch voor zijn. Het is wetenschappelijk aangetoond dat complicaties als gevolg van de verdoving in 1 op de 10.000 operaties voorkomen.
Tijdens de staaroperatie
Ouderdomsstaar is goed te behandelen. Tijdens de staaroperatie wordt de troebele lens vervangen door een kunstlens.
Inclusief voorbereidingen en nazorg zult u ongeveer 2,5 uur aanwezig zijn op het operatiecentrum. De operatie zelf duurt ongeveer 15-30 minuten. U wordt bedekt met een operatielaken. Hieronder wordt extra lucht toegediend. U krijgt een saturatiemeter op een vinger waarmee uw zuurstofgehalte in het bloed bewaakt wordt. Na de verdoving wordt het oog opengehouden met een ooglidspreider zodat u het oog niet kunt sluiten. Hierna kan aan het oog geopereerd worden. Het andere oog mag u dicht of openhouden, dat maakt voor de operateur niets uit. Het is belangrijk dat u bij de operatie goed stil ligt. Gedetailleerde instructies krijgt u van de oogarts tijdens de operatie.
Tijdens de operatie mag u uw eigen kleding aanhouden, u hoeft geen operatiekleding aan. U dient schone, loszittende, gemakkelijke kleding te dragen. Indien u een hoortoestel draagt, dient u deze aan de kant van het te opereren oog uit te doen.
Tijdens uw cataractoperatie maakt de oogarts een kleine opening in het hoornvlies. Via deze opening wordt de troebele lens verwijderd en de nieuwe kunstlens geplaatst. De wond die nodig is voor de operatie is zo klein dat deze meestal niet gehecht hoeft te worden. Na de operatie wordt uw oog ter bescherming afgedekt met een kapje.
Ontslag na dagopname
Bij het ontslag krijgt u van de verpleegkundige een afspraak mee voor controle op de polikliniek bij de oogarts of optometrist. Deze afspraak vindt ongeveer 4 weken na de operatie plaats. Afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden en herstel kan hiervan worden afgeweken.
Als u voor een torische lens heeft gekozen dan krijgt een nog een extra controle 1 week na de operatie.
Na de staaroperatie
Telefonische controle
De dag na de operatie wordt u gebeld door de verpleegkundige om te vragen hoe het met u en uw geopereerde oog gaat.
Zorg dat u telefonisch bereikbaar bent en dat het juiste telefoonnummer waarop u bereikbaar bent in uw medisch dossier staat.
(Let op; als u op vrijdag geopereerd wordt dan zult u niet gebeld worden de dag na de operatie. Heeft u klachten of vragen neemt u dan laagdrempelig contact op).
Heeft u vragen, dan kunt u deze tijdens de controle stellen. Wij adviseren u om eventuele vragen van tevoren op te schrijven, zodat u niks vergeet.
Medicatie
Het is belangrijk dat u de oogdruppels afbouwt volgens het afbouwschema:
- U bent 2 dagen voor de operatie begonnen met 4x daags druppelen met Dexamethason en 1x daags druppelen met Nevanac.
- Ook de dag van de operatie druppelt u deze druppels.
- Week 1: 4x daags druppelen met Dexamethason en 1x daags druppelen met Nevanac.
- Week 2: 3x daags druppelen met Dexamethason en 1x daags druppelen met Nevanac.
- Week 3: 2x daags druppelen met Dexamethason.
- Week 4: 1x daags druppelen met Dexamethason.
De druppels mogen na elkaar gegeven worden met 1 minuut ertussen.
Als u voor de staaroperatie al oogdruppels gebruikte, dan moet u deze na de operatie gewoon blijven gebruiken.
Zo kunt u uw oog het beste druppelen:
- Was uw handen.
- Neem het flesje oogdruppels in uw ene hand en breng met de andere hand voorzichtig het onderste ooglid iets naar beneden.
- Kijk omhoog.
- Breng het flesje schuin boven het oog.
- Laat het voorgeschreven aantal druppels midden in het onderste ooglid vallen.
- Sluit uw oog rustig; knijp het oog niet dicht.
- Dep de tranen weg.
Leefregels na de staaroperatie
Bescherming
Om uw oog te beschermen adviseren wij u om gedurende twee weken:
- overdag (ook tijdens het sporten) een beschermbril of uw eigen (zonne)bril te dragen;
- U mag de eerste vier weken na de operatie niet wrijven in het geopereerde oog.
Autorijden
Het is afhankelijk van de gezichtsscherpte van het andere oog of u mag autorijden vanaf de dag na de operatie. De verpleegkundige zal dit met u bespreken na de operatie.
Douchen en haren wassen
U mag gewoon douchen en uw haren wassen. Zorg er wel voor dat er geen shampoo of zeep in uw oog komt.
Kapper
U mag naar de kapper.
Make-up
U mag de eerste week geen oogmake-up dragen.
Werken
U mag na de operatie gewoon gaan werken.
Lichamelijke inspanning
U kunt na de operatie weer licht huishoudelijk werk doen en na ongeveer een week uw normale dagelijkse bezigheden hervatten. U mag bukken en tillen, maar overmatige lichamelijke inspanning wordt gedurende de eerste week afgeraden. U mag maximaal twintig kilo tillen. U kunt zoveel lezen, televisie kijken en computeren als u wilt. De meeste sporten, zoals golfen en fietsen, mag u gewoon uitoefenen. Wij raden aan om met fitness één week te wachten en daarna voorzichtig aan te doen tot vier weken na de operatie.
Op vakantie
U mag gewoon op vakantie, maar houdt u rekening met uw controleafspraak ongeveer vier weken na de operatie.
Zwemmen/saunabezoek
U mag vier weken niet zwemmen of een sauna bezoeken, in verband met bacteriën die in het oog kunnen komen.
Mogelijke klachten
Een cataractoperatie is één van de veiligste operaties die er is. Bij meer dan 97% van de patiënten verlopen zowel de operatie als het herstel zonder problemen. Toch kan het zijn dat u te maken krijgt met één van onderstaande klachten. Indien u hier in toenemende mate last van krijgt, kunt u contact opnemen met het ziekenhuis.
Wazig zicht
De dag na de operatie kan het zicht nog wazig of verminderd zijn. Geen zorgen, dit heldert de komende dagen met behulp van de druppels vanzelf op. Als u echter steeds slechter gaat zien, neemt u dan wel contact op met het ziekenhuis.
Roodheid en irritatie
Na de operatie kan het oog rood zijn. Dit wordt veroorzaakt door het wondje en is normaal. Indien u in toenemende mate roodheid heeft, neemt u dan contact op met het ziekenhuis.
Irritatie
De dag en nacht na de operatie kan het geopereerde oog beurs of geïrriteerd aanvoelen. U mag dan een pijnstiller innemen. Indien u in toenemende mate pijn of hoofdpijn heeft, neemt u dan contact op met het ziekenhuis.
Wanneer neemt u met spoed contact met ons op?
Pijn, roodheid en sterk verminderd zicht
Na de operatie kan, als gevolg van een bacterie, een ontsteking in het oog ontstaan (endophthalmitis). Dit is een ernstige maar zeer zeldzame complicatie, die in 0,1% van de staaroperaties voorkomt. Vaak gaat dit gepaard met hevige pijn, roodheid en sterk verminderd zicht. Alsu te maken krijgt met deze klachten, dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met het ziekenhuis.
Als u last heeft van één of meer van de volgende klachten binnen vier weken na de operatie, neemt u dan met spoed contact op:
- toenemende pijn en/of roodheid van het oog;
- toenemend wazig zien;
- plotselinge vermindering van het zicht;
- een vochtstroompje uit het oog;
- een pupil die niet rond is;
- het zien van meerdere zwarte vlekken, zwarte draden en/of lichtflitsen;
- het stoten van het oog.
Contactgegevens Beatrixziekenhuis:
- Polikliniek Oogheelkunde (kantoortijden): (0183) 644355
- Spoedeisende Hulp (buiten kantoortijden): (0183) 644411/ 644412
Meer informatie
Schittering in het oog
Andere mensen kunnen bij u een schittering in uw oog zien. Dit komt doordat uw nieuwe lens invallend licht weerkaatst zoals een spiegel.
Aanmeten nieuwe bril
Het accommodatievermogen van het oog is na de operatie opgeheven. Dit betekent dat het oog minder makkelijk beelden van dichtbij kan scherpstellen. Tijdens het lezen en kijken naar een beeldscherm kunt u een bril nodig kunt hebben. Deze sterktes voor dichtbij kunnen gecorrigeerd worden met een bifocale of Varilux bril.
Wij adviseren u de eerste zes weken na de operatie nog uw eigen/oude bril te dragen. Mocht dit storend zijn, bespreek dan met uw opticien de mogelijkheid van een tijdelijk glas. Vanaf zes weken na de operatie kunt u een afspraak maken bij een optiekwinkel om een nieuwe bril aan te laten meten. Indien de oogarts reden ziet om dit uit te stellen, zal dit met u worden besproken.
Nastaar
Enkele maanden of jaren na een cataractoperatie kunnen nieuwe troebelingen op het lenszakje ontstaan. Deze ‘nastaar’ geeft wazig zicht en ontstaat bij 10% tot 30% van de patiënten. Nastaar kan met een pijnloze poliklinische laserbehandeling worden verwijderd.
We hopen u voldoende te hebben geïnformeerd. Als u na het lezen van deze tekst nog vragen hebt, kunt u altijd contact opnemen met de Poli Oogheelkunde.
Hoofdbehandelaar
Uw hoofdbehandelaar is de oogarts (medisch specialist) die eindverantwoordelijk is voor uw behandeling in het Beatrixziekenhuis. Hij of zij zorgt onder meer voor een goede afstemming tussen de verschillende zorgverleners die bij uw behandeling betrokken zijn. De oogarts die uw staaroperatie uitvoert is uw hoofdbehandelaar. Het is soms mogelijk dat dit een andere arts is dan degene die u heeft gezien op de polikliniek. U wordt voorafgaand aan de operatie per brief geïnformeerd welke oogarts uw staaroperatie zal uitvoeren.
Contact
Contactgegevens Beatrixziekenhuis
- Polikliniek oogheelkunde (kantoortijden) (0183) 644355
- Spoedeisende hulp (buiten kantoortijden) (0183) 644411/ 644412
- Voor afspraken kunt u bellen naar het afsprakenbureau: (0183) 644229