Prostaat (vergroot) verwijderen met laserbehandeling

Onderzoek heeft aangetoond dat uw prostaat vergroot is en plasklachten veroorzaakt.

Uw behandelend arts heeft met u besproken dat uw prostaat met behulp van een laser kan worden behandelen. Door de laserbehandeling zal er weer ruimte in uw prostaat ontstaan. Hierdoor zal u beter kunnen plassen.

De voordelen van een laserbehandeling van de prostaat ten opzichte van de standaard behandeling, de zogenaamde TURP zijn:

• minder klachten na de operatie;
• een korter verblijf in het ziekenhuis;
• minder bloedverlies;
• er is maar kort een blaaskatheter nodig;
• beduidend minder risico op complicaties.

In het Beatrixziekenhuis hebben de urologen gekozen voor de laser Cyber TM. Het voordeel ten opzichte van andere lasers is dat de Cyber TM de uroloog in staat stelt om de laserenergie precies te richten op het te verwijderen prostaatweefsel. Hogere precisie betekent meer veiligheid en minder complicaties.

Daarnaast kan de uroloog weefsel verwijderen met de Cyber TM laser om te laten onderzoeken op afwijkingen (zoals kanker) door de patholoog.

De uitslag van het weefselonderzoek wordt na uw ontslag met u besproken op de polikliniek.

Wanneer u op de opnamelijst wordt geplaatst krijgt u ook een afspraak op het pre-operatieve spreekuur bij de anaesthesist (narcotiseur) en de verpleegkundige. Hier wordt u onderzocht om eventueel risico van narcose uit te sluiten.

Gewoonlijk wordt u op de dag van de operatie opgenomen. U moet vanaf 24.00 uur‘s nachts nuchter blijven. Zie hiervoor de nuchterheidscriteria.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan is het soms nodig dat u het gebruik hiervan van tevoren staakt. Dit gaat in overleg met uw arts.

Een laserbehandeling van de prostaat vindt plaats onder verdoving met een ruggenprik of onder algehele narcose.

De uroloog brengt een instrument in via uw plasbuis, een cystoscoop. Hiermee kan de prostaat worden bekeken. Via de cystoscoop wordt een laserdraad (fiber) ingebracht. Met de laser wordt overtollig prostaatweefsel - stukje voor stukje -verdampt en weggesneden. Deze techniek heet vapo-resectie. Het effect is vergelijkbaar met het uithollen van een appel met een appelboor.

De wand (het kapsel) van de prostaat blijft aanwezig. De weggesneden stukjes worden met een spoelvloeistof, die door de cystoscoop de blaas invloeit, afgevoerd. Er is alleen een inwendige wond. Eventuele bloedvaatjes kunnen met de laser dichtgebrand worden.

Na de operatie wordt een blaaskatheter ingebracht.

Bij het gebruik van laserapparatuur is iedereen op de operatiekamer verplicht een beschermende bril te dragen

• U heeft een infuus in uw arm. Het infuus wordt meestal dezelfde dag nog verwijderd;
• als u een ruggenprik heeft gehad, zijn uw benen de eerste uren na de operatie nog gevoelloos. Dit gevoel komt langzaam terug;
• op de avond van de operatie mag u weer normaal eten;
• u heeft een blaaskatheter. Dit is een slang die in uw blaas zit om de urine weg te laten lopen. Op de katheter is een spoelsysteem aangesloten, die de blaas met spoelvloeistof schoonspoelt. Het spoelen gaat meestal door tot de volgende morgen. Afhankelijk van de kleur van de spoelvloeistof, spreekt de arts met u af of het spoelsysteem afgekoppeld kan worden en de katheter verwijderd;
• het is heel belangrijk dat u goed drinkt (± 2 liter per dag) om stolselvorming tegen te gaan;
• nadat de katheter verwijderd is, kan het enkele uren duren voordat u moet urineren. Het is belangrijk dat u in een urinaal urineert en de urine bewaart, zodat wij de kleur en de hoeveelheid urine kunnen meten. Als u voldoende drinkt, zal de urine steeds lichter van kleur worden. Het is echter nog zeker vier tot zes weken na de operatie mogelijk dat u af en toe een stolseltje of wat bloed bij de urine heeft. Daar hoeft u niet van te schrikken. Het is dan belangrijk nog wat meer te drinken;
• u heeft de eerste keren een branderig gevoel bij het urineren. Ook is het mogelijk dat u nog wat urine verliest. Dit is een tijdelijk probleem. U krijgt hiervoor incontinentieverband;
• als u misselijk bent of pijn of blaaskrampen heeft, vertel dit dan aan de verpleegkundige. In overleg met de arts kunt u hier medicijnen tegen krijgen;
• de uroloog komt twee keer per dag bij u langs, behalve in het weekend.

Controle

Bij ontslag krijgt u een controle afspraak bij de uroloog. Deze afspraak is meestal acht weken na de operatie. Er wordt dan bekeken wat het effect van de operatie is. U komt dan met een volle blaas naar de polikliniek, zodat de kracht van de urinestaal (flowmetrie) kan worden gemeten. Met een echografie wordt gemeten of er nog urine in de blaas achterblijft na het plassen. Ook wordt u gevraagd een vragenlijst over uw plasklachten in te vullen.

Na de operatie kan er een bloeding optreden vanuit de prostaat. Meestal stopt zo’n bloeding spontaan. Blijft de urine toch meerdere dagen achtereen bloederig of ontstaan er stolsels en is het uitplassen een probleem, neemt u dan contact op.

Er kan een urineweginfectie en/of een bijbalontsteking optreden die gepaard gaat met koorts. Meestal is zo’n infectie goed met antibiotica te behandelen.

Het kan enige tijd duren voordat het ophouden van de plas weer perfect lukt. Dit komt enerzijds doordat de sluitspier (die ‘stroomafwaarts’ van de prostaat ligt) tijd nodig heeft om te wennen aan de krachtige straal urine die nu weer langs stroomt. Anderzijds komt dit door irritatie van de wond.

Na de laserbehandeling van de prostaat komt het regelmatig voor dat bij een orgasme het sperma in de blaas terechtkomt en niet meer uit de penis komt. Het sperma gaat als het ware de verkeerde kant op. Het afsluitmechanisme dat dit normaal gesproken verhindert, is bij de laserbehandeling - samen met het overtolligeprostaatweefsel - weggehaald. Er is dan sprake van een ‘droge’ zaadlozing. Dit is niet gevaarlijk voor uw gezondheid.

Erectiestoornissen treden na de operatie niet op.

Er is een hele kleine kans dat na langere tijd een vernauwing van de plasbuis ontstaat. Dit komt door de vorming van littekenweefsel. Soms is dan een nieuwe (operatieve) behandeling noodzakelijk.

De meeste patiënten kunnen hun normale activiteiten binnen een paar dagen weer oppakken. Voor een goed herstel na uw operatie en om de kans op een nabloeding echter zo klein mogelijk te maken is het beter dat u de eerste zes weken:

• matig bent met alcohol; max. 1 consumptie per dag;
• geen zware lichamelijke arbeid verricht. Zwaar tillen, zware huishoudelijke werkzaamheden en sporten zijn activiteiten die u beter kunt vermijden;
• niet fietst; geen geslachtsgemeenschap heeft of masturbeert;
• zo min mogelijk perst bij de ontlasting. Voorkom een trage stoelgang door veel te drinken en vezelrijke voeding te eten;
• geen lange autoritten maakt, tenzij er een plaspauze wordt ingelast;
• indien u nog pijnklachten ervaart, kunt u paracetamol innemen. 4x daags 2 tabletten van 500mg maximaal.

U kunt bij de volgende klachten de eerste 72 uur contact opnemen met het ziekenhuis:

• meerdere dagen bloed in de urine blijft houden, wat niet minder wordt en waarbij uw urine (donker)rood van kleur is;
• behalve bloed, ook flinke bloedstolsels met de urine uitplast;
• zoveel moeite heeft met plassen, dat u het gevoel heeft dat u de blaas niet helemaal kunt leegplassen;
• koorts boven de 38.5°C krijgt;
• pijnklachten heeft die niet verdwijnen na het innemen van pijnstillers.

Tijdens kantooruren belt u met de polikliniek Urologie, telefoonnummer (0183) 64 42 65.

Buiten kantooruren belt u met de verpleegafdeling Urologie, telefoonnummer (0183) 64 30 14.

De uroloog heeft met u besproken dat u na de prostaatoperatie ongewild urine kan verliezen. Als u na de operatie last heeft van ongewild urineverlies dan kunt u een afspraak maken met de continentieverpleegkundige. Zij informeert u over hoe u hiermee om kunt gaan. Zij geeft advies over speciale materialen die u kunt gebruiken. U kunt bij haar terecht met al uw vragen.|

Tot slot

Deze informatie betreft de gang van zaken gedurende uw opname voor een prostaatoperatie of een blaashalsincisie. Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, stelt u deze dan aan de verpleegkundige.

Bij uw eerste controlebezoek op de polikliniek geeft de uroloog u aanvullende instructies en leefregels. Als u nog vragen heeft of zich ergens zorgen over maakt, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie. Bereikbaar tijdens kantooruren:

• in Gorinchem (0183) 64 42 65
• Continentieverpleegkundige: (0183) 64 42 67)