Bij patiënten met een klaplong is pleurodese erg pijnlijk. Voorafgaand aan de pleurodese krijgt de patiënt daarom epidurale pijnbestrijding. Dit gebeurt op de verkoever. Bij epidurale pijnbestrijding wordt door de anesthesioloog een dun plastic slangetje (de epiduraal katheter) in de rug ingebracht via een opening tussen twee wervels (ruggenprik).
Bij patiënten met pleuravocht veroorzaakt door (long)kanker is het borstvlies ziek en is het borstvlies daardoor bijna altijd gevoelloos. De patiënt krijgt dan vooraf een injectie met pijnstilling.
Het ‘plakken’ wordt gedaan door de longarts / physician assistant en gebeurt door vloeibare talkpoeder via de thoraxdrain in te spuiten in de borstholte. De talkvloeistof veroorzaakt daar een steriele ontsteking, waardoor de longvliezen aan elkaar plakken. Het inspuiten kan een kriebelend of prikkelend gevoel in de borstholte geven.
Nabehandeling
Na afloop van de pleurodese wordt de drain dicht gezet. De drain blijft 4 uur dicht, zodat de talkvloeistof zijn werk kan doen. Daarna wordt de drain opengezet, zodat de rest van het vocht en/of lucht dat nog in de borstholte aanwezig is, wordt afgezogen. In principe wordt de drain de volgende dag verwijderd door de longarts of physician assistant.