U wordt op de afdeling endoscopie gebracht. Op de behandelkamer wordt uw bovenkleding omhoog gedaan of trekt u uw bovenkleding uit. U neemt zittend plaats op de rand van uw bed met uw voeten op
De arts staat bij deze ingreep meestal aan uw rugzijde. Vaak wordt eerst d.m.v. een echo gekeken waar het eventuele vocht zich bevindt. Er wordt dan wat gelei aangebracht op de huid. Dit is pijnloos.
Als er alleen voor onderzoek vocht wordt afgenomen (diagnostisch) wordt een dunne naald ingebracht tussen twee ribben tot in de holte tussen de twee longvliezen. Via deze naald verwijdert de arts het eventueel aanwezig vocht. Dit vocht wordt opgestuurd voor nader onderzoek. De prik voelt aan als een gewone 'bloedprik'. Dit kan even pijnlijk zijn. De arts trekt vervolgens de naald terug en plakt een pleister op het wondje.
Als er veel vocht moet worden afgenomen (ontlastend) verdooft de arts de plaats waar de pleuracatheter zal worden ingebracht. Het vervolg van de ingreep is door deze verdoving meestal pijnloos. De arts plaatst via een naald een pleuracatheter (meestal aan uw rugzijde) tussen de ribben tot in de holte tussen de twee longvliezen (zie afbeelding).
Via de pleuracatheter wordt het aanwezige vocht langzaam afgenomen. U kunt last krijgen van een hoestprikkel.
De arts trekt vervolgens de catheter terug en het wondje wordt met een wondpleister afgedekt.
In sommige gevallen, bijvoorbeeld als er veel vocht aanwezig is, heeft de arts met u besproken om de pleuracatheter wat langer (enkele dagen) te laten zitten. Dan wordt de catheter met een hechting vastgehecht aan de huid. Als dit geval is wordt u vooraf opgenomen op de afdeling.