Niet ingedaalde testikel (orchidopexie)

Bij uw zoon zijn één of beide zaadballen (testikels) niet ingedaald. In overleg met uw arts is daarom besloten bij hem een operatie te verrichten om de bal naar de balzak te verplaatsen.

Deze informatie betreft de behandeling van uw zoon. Ieder mens is echter anders. De gang van zaken bij de opname van uw zoon kan daarom enigszins verschillen van die van andere patiënten. In het algemeen kunt u verwachten dat zijn opname zal verlopen volgens deze beschrijving.

Een niet ingedaalde zaadbal

Tijdens de zwangerschap ontwikkelen de zaadballen (testikels) zich bij jongetjes in de buik. Ongeveer een maand voor de geboorte zijn de zaadballen via de lies in de balzak (scrotum) ingedaald. Normaal gesproken heeft een jongetje bij de geboorte dan ook beide zaadballen in zijn balzak.

Soms blijft de indaling achterwege. Eén of beide zaadballen blijven dan in de lies of de buik zitten. Op latere leeftijd kunnen hierdoor problemen met de vruchtbaarheid ontstaan. Een niet ingedaalde zaadbal heeft geen invloed op de seksuele functies.

Er is bij een niet ingedaalde zaadbal een licht verhoogde kans op ontwikkeling van kwaadaardige gezwellen in de bal. De niet ingedaalde zaadballen worden het liefst binnen het eerste levensjaar omlaag gehaald.

Een pendelbal

Soms lijkt het of een bal niet is ingedaald, maar kan hij gemakkelijk in de balzak worden geduwd (dat is in 90% het geval). Dit wordt een pendelbal genoemd. Zo'n pendelbal komt rond de puberteit meestal vanzelf op zijn plaats.

Het onderzoek

Wanneer de bal in de lies wordt gevoeld, kan door de arts geprobeerd worden met een strijkende beweging de bal in de zak te brengen. Als dit niet lukt, spreken we van een niet ingedaalde zaadbal. In dit geval moet een operatie plaatsvinden zodat de bal voor de tweede verjaardag (en het liefst nog ver hiervoor) op zijn plaats zit.

Soms is de bal niet te voelen en ook niet met een echo aan te tonen. Met behulp van een kijkoperatie kan dan gekeken worden of en waar de ballen in de buik zijn gelegen. Afhankelijk van de kwaliteit van de bal wordt besloten of de bal naar de zak wordt verplaatst of wordt verwijderd.

In het algemeen wordt uw zoon kort of in dagbehandeling in het ziekenhuis opgenomen. De operatie vindt plaats onder algehele anesthesie (verdoving). Daarom moet uw zoon op de dag van de operatie nuchter zijn en mag hij vanaf middernacht niets meer eten of drinken. Het is belangrijk uw zoon(tje) goed voor te bereiden op de operatie. Als hij weet wat hem te wachten staat, hoeft hij niet onnodig bang te zijn.

Zo nodig worden de liezen en balzak (scrotum) onthaard. Ontharen van het operatiegebied vindt plaats op de operatiekamer.

Regel vooraf ook het vervoer naar huis. Wij adviseren dat er iemand achterin bij uw zoon gaat zitten.

De operatie mag niet doorgaan als:

• uw kind op de ochtend van de operatie een temperatuur heeft van boven de 38°C
• er in de omgeving besmettelijke ziekten voorkomen zoals mazelen, waterpokken, rode hond of de bof

Wilt u in dit geval zo spoedig mogelijk contact opnemen met de polikliniek Urologie.

De operatie die nodig is om de zaadbal in de balzak te brengen, heet orchidopexie. De operatie duurt ongeveer een uur. Er wordt een sneetje gemaakt in de lies en de zaadbal wordt vrij gemaakt. Ook de bloedvaten en de zaadleider worden vrijgemaakt van het omliggende weefsel. Hierdoor kan voldoende lengte worden verkregen om de zaadbal naar de balzak te brengen. De bal wordt hier vastgezet.

Indien er bij de operatie door de uroloog een liesbreukje wordt ontdekt, wordt deze direct verholpen. De huidwond in de lies en de balzak wordt meestal met oplosbare hechtingen gesloten. Deze hoeven dus niet verwijderd te worden.

De operatie duurt ongeveer een uur.

Na de operatie verblijft uw zoon op de Kinder- en Jeugdafdeling (2 West). Als hij geplast en gedronken heeft mag hij naar huis.

Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Bij deze ingreep beperken de mogelijke complicaties zich bijna altijd tot de wondjes.

• Er kan een nabloeding optreden, die zich meestal uit in een bloeduitstorting onder de hechting. In de regel verdwijnt deze vanzelf weer en is behandeling niet nodig.
• Soms treedt een wondinfectie op. Meestal moet dit in het ziekenhuis worden behandeld. Het is normaal dat de balzak na de operatie een beetje gezwollen is en er blauwroodachtig uit ziet.

• Thuis mag uw zoon wat water en thee drinken. Als hij niet misselijk is, mag hij 's avonds wat lichte kost zoals pap, bouillon, appelmoes of puree gebruiken. Geef liever geen koolzuurhoudende dranken.
• De eerste dag moet uw zoon rustig aan doen. De dag na de operatie kan hij weer gewoon zijn gang gaan. Waarschijnlijk zal hij de eerste dagen minder actief zijn.
• De pleister mag na twee dagen verwijderd worden. Als er plakstripjes over de wond zitten, moet u deze zo lang mogelijk laten zitten.
• Na twee dagen mag uw zoon weer douchen. Baden mag ook, maar liefst niet te lang om de wond niet doorweekt te laten worden.
• De wond moet droog en schoon worden gehouden. Luiers kunt u beter wat vaker verschonen.
• Bij pijn kunt u uw zoon een paracetamol geven in de op de verpakking aangegeven dosering.
• Het is beter de eerste twee weken niet te sporten, zwemmen of fietsen. Als uw zoon fit genoeg is kan hij na een week weer naar school.
• Er wordt een afspraak gemaakt voor een controlebezoek op de polikliniek. Bij problemen kunt u eerder contact opnemen.

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie via telefoonnummer (0183) 64 42 65.

Deze folder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging van Urologie. Op een aantal plaatsen is de tekst aangepast aan de situatie in het Beatrixziekenhuis.