Nierverwijdering (nefrectomie)
De behandeling
U wordt opgenomen in het ziekenhuis voor het verwijderen van een nier (nefrectomie). Deze pagina informeert u over de gang van zaken gedurende uw opname. Ieder mens is echter anders. De gang van zaken kan daarom enigszins verschillen van die van andere patiënten. In het algemeen zal uw opname volgens deze beschrijving verlopen.
De uroloog heeft u op de polikliniek al over deze ingreep geïnformeerd. De nier kan meestal laparoscopisch verwijderd worden of soms door middel van een snede in uw zij. Een enkele keer wordt ook een buikwond gemaakt om de urineleider van de nier naar de blaas weg te nemen.
In zeldzame gevallen wordt de nier verwijderd via een snede in uw buik die doorloopt tot in de borstkas. Hierdoor wordt meer ruimte verkregen om de nier te verwijderen. In dit geval blijft u na de operatie nog een nacht op de Intensive Care. De uroloog bespreekt dit altijd van tevoren met u.
Laparoscopische operatie
Laparoscopie betekent: in de buik (laparo) kijken (scopie). De operatie gebeurt altijd onder narcose (algehele verdoving). De uroloog brengt een holle, dunne buis door een sneetje in de onderrand van de navel in de buikholte. Hierdoor wordt de buik gevuld met onschadelijk koolzuurgas. Zo ontstaat ruimte in de buik om de nier te kunnen zien. Daarna gaat door hetzelfde sneetje de laparoscoop, waarop een videocamera wordt aangesloten. Via andere sneetjes brengt de uroloog instrumenten in waarmee de eigenlijke ingreep verricht wordt.
Bij een laparoscopische operatie is de opnameduur en het herstel meestal sneller omdat:
- u minder wondpijn heeft door de kleine sneetje;
- er in vergelijking met een klassieke operatie minder prikkeling is van het buikvlies;
- de darmen meestal sneller werken.
Wel duurt de operatie langer, zodat u langer onder narcose bent. Het kan voorkomen dat tijdens de operatie blijkt dat het laparoscopisch verwijderen van de nier niet lukt. Dan zal alsnog worden overgegaan tot een klassieke operatie.
Dag van de operatie
- Doorgaans wordt u op de dag van de operatie opgenomen
- De verpleegkundige maakt u wegwijs op de afdeling en begeleidt u naar uw kamer.
- Het eventueel ontharen van het operatiegebied gebeurt op de operatiekamer.
- U moet nuchter zijn, tenzij anders is afgesproken. Zie hiervoor de nuchterheidscriteria.
- Enige tijd voor de operatie kunt u nog even naar het toilet gaan.
- U krijgt een blauw operatiejasje aan. Vervolgens krijgt u een slaaptablet, als dit is afgesproken met de anesthesist. Meestal wordt u daar slaperig van. Even later wordt u naar de operatiekamer gereden.
De avond na de operatie krijgt u een injectie tegen trombose. U krijgt dat vanaf nu elke avond totdat u weer voldoende in beweging bent.
Voor de behandeling
- Op de polikliniek pre-operatieve screening heeft u de anesthesioloog bezocht. Uw gezondheid en eventueel medicijngebruik wordt in kaart gebracht. U krijgt voorlichting over de verdoving en de pijnbestrijding na de operatie. De anesthesioloog spreekt, als u dat wilt, slaapmedicatie af voor de nacht voor de ingreep en rustgevende medicatie op de dag van de operatie.
- Bent u niet op de polikliniek pre-operatieve screening geweest, dan komt de anesthesioloog bij u langs en informeert u over de verdoving en pijnbestrijding.
- De dag voor de operatie mag u gewoon eten en drinken.
Na de behandeling
Als de operatie heeft plaatsgevonden, gaat u voor enige tijd naar de uitslaapkamer. Daar wordt u aangesloten op bewakingsapparatuur voor verschillende controles. Afhankelijk van het verloop van de operatie wordt er beslist of u naar de afdeling terug gaat of dat het beter is dat u nog naar de afdeling Intensive Care gaat. De verpleegkundige belt uw contactpersoon als u terug bent op de afdeling.
- U heeft een infuus in uw arm. De arts spreekt met u af wanneer het infuus eruit kan en wanneer u weer wat mag eten en drinken;
- U heeft een slangetje in het wondgebied (drain) om het wondvocht af te voeren. De drain wordt in overleg met de arts verwijderd als deze weinig wondvocht meer produceert;
- U heeft een blaaskatheter. Dit is een slang die in uw blaas zit om de urine weg te laten lopen. De arts spreekt met u af wanneer de katheter verwijderd mag worden;
- Als u misselijk bent of pijn heeft, vertel dit dan aan de verpleegkundige. In overleg met de arts kunt u hier medicijnen tegen krijgen;
- De dag na de operatie mag u uit bed. Dit is heel belangrijk omdat u dan goed kunt door ademen. Ook de bloedsomloop wordt op deze manier bevorderd;
- De uroloog komt 2x per dag bij u langs, behalve in het weekend;
- Na ongeveer 10 dagen mogen de hechtingen eruit. U heeft hiervoor een afspraak op de polikliniek urologie. U ontvangt dan ook de uitslag van het weefselonderzoek van de verwijderde nier.
Naar huis
De arts spreekt met u af wanneer u naar huis mag. Meestal is dat na drie tot vijf dagen. Bij uw ontslag krijgt u een afspraakkaart mee voor een controlebezoek op de polikliniek.
Uitslag
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor het controlebezoek op de polikliniek bij uw behandelend arts. Daarnaast wordt besproken of nader onderzoek en/of behandeling noodzakelijk is. Het is bij ons standaard procedure aansluitend een afspraak bij de oncologieverpleegkundige te plannen. Dit zegt niets over de te verwachte uitslag. Wanneer de uitslag van het weefsel goed is, zal dit gesprek komen te vervallen, u hoort dat in het gesprek met uw arts.
Leefregels na de behandeling
Leefregels na een nieroperatie
U heeft een nieroperatie ondergaan. Hierbij is via een kijkoperatie (laparoscopie) of laparotomie (operatie via groter wondgebied) een (gedeeltelijke) nier verwijderd. De wondjes op de buik en de inwendige wond moeten nog genezen. Dit duurt een aantal weken voordat het is hersteld. Voor een zo voorspoedig mogelijk herstel zijn een aantal leefregels voor u van belang. De eerste 4-6 weken:
- dient u voldoende te drinken, circa 2 liter vocht per dag.
- wordt u geadviseerd geen zware lichamelijke arbeid/sport te verrichten.
- is het beter dat u geen alcohol drinkt.
- kunt u ook thuis nog pijnklachten ervaren. U zult merken dat wanneer u zich meer inspant, u meer pijnklachten kunt krijgen. U mag hiervoor 3 tot 4 keer per dag 1 à 2 tabletten paracetamol van 500 mg innemen.
- kunt u zich vermoeid voelen en minder aan kunnen dan normaal. Pas uw bezigheden hierop aan en gun uzelf de tijd om te herstellen.
- kunnen de wondjes nog gevoelig zijn of wat zwellen (de eerste week na het ontslag). Bij de eerste controle op de polikliniek bekijkt de arts of de wond goed geneest. De wond is meestal gehecht met oplosbare hechtingen.
- kunt u gewoon douchen.
- als de andere nier goed functioneert, is het niet nodig een dieet te volgen.
Ontslag vanuit de kliniek:
Voor vragen kunt u binnen 72 uur na uw ontslag tussen 08.00 uur en 17.00 uur bellen met polikliniek Urologie (0183) 64 42 65 en buiten kantoortijden met de verpleegafdeling Urologie (0183) 64 30 14.
Medicijnen
LET OP: uw zorgverlener bespreekt met u welke medicatie in welke hoeveelheid op uw situatie van toepassing is.
O 6 x 500mg paracetamol tablet of zetpil per 24 uur
O 4 x daags 1gram paracetamol tablet of zetpil per 24 uur
Tot slot
Bij uw eerste controlebezoek op de polikliniek urologie krijgt u de uitslag van het weefsel wat is verwijderd. Tevens kan de uroloog u aanvullende instructies en leefregels geven.
Ervaart u binnen 72 uur na ontslag uit het ziekenhuis lichamelijke klachten (hevige pijn, koorts: temperatuur boven de 38 °C) of heeft u vragen, bel dan met de polikliniek Urologie via (0183) 64 42 65. De afdeling is bereikbaar tussen 08.00 en 17.00 uur. Buiten deze tijden kunt u bellen met de afdeling Urologie via (0183) 64 30 14.
Na 72 uur na ontslag dient u contact op te nemen met uw huisarts.
Leefregels na verwijderen nier en urineleider
U heeft een operatie ondergaan. Hierbij is via een kijkoperatie (laparoscopie) of laparotomie
(operatie via groter wondgebied) een nier en urineleider verwijderd. De wondjes op de buik en de inwendige wond moeten nog genezen. Dit duurt een aantal weken voordat het is hersteld.
Voor een zo voorspoedig mogelijk herstel zijn een aantal leefregels voor u van belang. De eerste 4-6 weken:
- na de operatie heeft u een blaascatheter. De blaascatheter dient 10 dagen te blijven zitten. U krijgt bij ontslag uitleg over de zorg rondom de catheter en u krijgt een starterspakket hiervoor mee. Er wordt zonodig in samenspraak met u thuiszorg geregeld.
- dient u voldoende te drinken, circa 2 liter vocht per dag
- wordt u geadviseerd geen zware lichamelijke arbeid/sport te verrichten
- is het beter dat u geen alcohol drinkt
- kunt u ook thuis nog pijnklachten ervaren. U zult merken dat wanneer u zich meer inspant, u meer pijnklachten kunt krijgen. U mag hiervoor 3 tot 4 keer per dag 1 à 2 tabletten paracetamol van 500 mg innemen
- kunt u zich vermoeid voelen en minder aan kunnen dan normaal. Pas uw bezigheden hierop aan en gun uzelf de tijd om te herstellen
- kunnen de wondjes nog gevoelig zijn of wat zwellen (de eerste week na het ontslag). Bij de eerste controle op de polikliniek bekijkt de arts of de wond goed geneest. De wond is meestal gehecht met oplosbare hechtingen
- kunt u gewoon douchen
- als de andere nier goed functioneert, is het niet nodig een dieet te volgen
Medicijnen
LET OP: uw arts bespreekt met u welke medicatie in welke hoeveelheid op uw situatie van toepassing is.
O Zo nodig 4 x daags 1gram paracetamol tablet of zetpil per 24 uur
Tot slot
Bij hevige pijn, koorts (temperatuur boven de 38 °C) en vragen dient u de eerste 72 uur na ontslag contact op te nemen met polikliniek urologie Gorinchem telefoonnummer: 0183-644265 en voor Leerdam 0345 -613546. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met afdeling Urologie, telefoonnummer: (0183) 64 30 14.
Contact
Deze folder is ingegaan op de gang van zaken gedurende uw opname voor het (laparoscopisch) verwijderen van een nier (nefrectomie). Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stelt u deze dan aan de arts of verpleegkundige.
U kunt ook contact opnemen met de polikliniek Urologie via telefoonnummer (0183) 64 42 65.