Lichaamstaal bij baby's
De behandeling
Een baby communiceert via lichaamstaal (huilen, lachen, zuigen, spartelen en bewegen van de armpjes). Zelfs een pasgeboren baby kan met zijn lichaamstaal al veel duidelijk maken. Een baby maakt vooral duidelijk wat hij wel (of juist niet!) prettig vindt. Op deze pagina's leest u meer over de signalen die uw baby geeft om in contact te komen met u.
Baby’s van slechts enkele minuten kunnen al gezichtsuitdrukkingen herkennen en nadoen. Denk daarbij aan het optrekken van de wenkbrauwen, tong uitsteken, mond openen, handbewegingen en stemgeluiden. Ouders en baby ‘spiegelen’ elkaar als het ware en bewegen met elkaar mee.
Ook geven baby’s direct na de geboorte aan wat ze wel of niet prettig vinden. Dat doen ze met diverse houdingen en bewegingen. Het kost wat tijd en moeite om die taal van baby’s goed te begrijpen, maar als u er op let, ziet u steeds meer.
Tijdens de behandeling
Wat vertelt uw baby?
Om goed waar te nemen wat uw baby u wil 'zeggen', is het belangrijk dat zowel uw baby als u ontspannen en vol aandacht zijn. De lichaamstaal van een baby is bijzonder belangrijk omdat een baby met zijn lichaam duidelijk maakt hoe hij zich voelt.
Als een baby zich goed voelt dan blijkt dat uit de volgende lichaamstaal:
- de baby houdt zijn handen dichtbij zijn gezicht of mond;
- het vastpakken van een knuffel of vinger;
- de voeten die tegen elkaar worden gehouden;
- het zoeken van steun;
- lachen en een ontspannen gezicht;
- het feit dat de baby gericht en écht kijkt (ook al is het maar kort);
- een ontspannen slaaphouding;
- rustig liggen en op een speentje zuigen.
Een baby die zich moe of niet lekker voelt, laat dat zien door:
- de rug te krommen;
- de wenkbrauwen te fronsen;
- vingers en tenen te spreiden;
- armen en benen in de lucht te steken;
- te jammeren of huilen;
- te geeuwen;
- de ogen weg te draaien.
Welke signalen geeft uw baby nog meer?
Een baby krijgt via de ogen veel indrukken binnen. Als een baby teveel nieuwe indrukken te verwerken krijgt, dan zal hij zijn ogen afwenden om die indrukken te verwerken. Over de tijd komen de momenten dat een baby gericht ergens naar kijkt steeds vaker voor en zullen steeds langer duren.
Signalen met de ogen
Uw baby communiceert ook met de ogen.
Voorbeelden daarvan zijn:
- een 'volle', echte blik betekent 'contact maken';
- een knipoog betekent een groet of een herkenning van iets;
- eerst naar iets in de omgeving kijken en daarna naar u, betekent dat de baby u uitnodigt mee te kijken;
- de ogen neerslaan betekent dat uw baby moe is en dat het contact afgelopen is;
- gesloten ogen, kin op de borst betekent dat uw baby niet verder wil in het contact.
Signalen met de handen
Een baby geeft ook signalen met de handen. Voorbeelden hiervan zijn:
- De duim in een gespannen vuist betekent dat de baby gespannen of boos is, pijn heeft of zich wil afsluiten voor nog meer indrukken;
- Een losse of ontspannen hand betekent dat uw baby zich rustig en ontspannen voelt. Uw baby wacht af wat er komen gaat;
- Een geopende hand met ontspannen vingers betekent dat de baby zich lekker voelt;
- Een half open hand met de wijsvinger eruit kan betekenen dat uw baby nieuwsgierig is naar wat er gaat gebeuren;
- Een vuistje tegen het afgewende hoofdje betekent dat uw baby moe is.
- Hoe groter de baby wordt, des te meer de handjes iets kunnen vertellen. De armbewegingen gaan ook mee doen. Heftig op en neer gaande armen geven een bepaalde opwinding weer. Prettige opwinding is een aanwijzing dat de baby een spelletje wil beginnen.
Hongersignalen
Honger kunt u herkennen aan:
- smakgeluidjes;
- sabbelen op de handen;
- met de tong over de lippen likken;
- zuigbewegingen maken met de tong;
- het hoofd wegdraaien (de baby zoekt dan naar de borst).
Alleen een uitgeruste baby zal deze (vroege) hongersignalen laten zien. Een oververmoeide of overprikkelde baby kan alleen maar huilen. Wanneer dit het geval is dan is het lastig om de betekenis van het huilen te koppelen aan bijvoorbeeld slaap of honger.
Vermoeidheidssignalen
Vermoeidheid kunt u herkennen aan:
- gapen;
- bleek worden;
- het rood worden van wangen en oren;
- de ouder niet meer aankijken;
- zich afwenden;
- jengelen;
- friemelen aan de oren (de wat oudere baby);
- wrijven in de ogen (de wat oudere baby).
De signalen die hierboven zijn opgesomd zijn de vermoeidheidssignalen die een kind toont, nog voordat hij gaat huilen. Huilen is dus eigenlijk een vermoeidheidssignaal dat getoond wordt als uw kind al (over)vermoeid is.
Hoe kunt u uw baby helpen als hij overstuur is?
Baby's kunnen overstuur raken van licht, geluid en ook van sommige handelingen. Dit zijn extra prikkels waar het nog mee moet leren omgaan.
Als uw baby overstuur is, dan kunt u uw baby ondersteunen door rekening te houden met de volgende punten:
- zachtjes praten;
- geen voorwerpen op de couveuse leggen;
- de couveuse zachtjes open doen;
- de ogen beschermen tegen fel licht;
- de baby soms helemaal in het donker leggen;
- de baby laten slapen en niet wakker maken. De baby heeft de slaap hard nodig voor de groei en ontwikkeling.
- het zachtjes aanraken van hoofd en/of romp vindt uw baby prettig.
Aanraken
Aanraken zonder dat u uw baby wakker maakt, is een vorm van ‘moederen’ die heel natuurlijk is. Niet elke aanraking is hetzelfde en heeft dezelfde betekenis. Op sommige momenten is dit verschil al goed te voelen voor uw baby en op andere momenten kan deze aanraking verwarring veroorzaken. Een aanraking kan verwarring veroorzaken wanneer uw baby wordt aangeraakt door iemand van wie hij het niet verwacht op dat moment. Houdt bij het aanraken rekening met het volgende:
- maak uw baby zachtjes wakker;
- praat zacht tegen de baby;
- houdt uw handen rondom uw baby en praat zacht. als uw baby schrikt, help het dan een prettige houding te vinden waarin het weer rustig wordt;
- veel baby's vinden het fijn om met het blote lijf op de blote huid van één va nde ouders te liggen (buidelen).
Baby’s kijken ook naar de lichaamstaal van de ouders en verzorgers. Ze pakken de sfeer over, want ze willen graag bij u horen en voelen wat u voelt. Baby’s kunnen daarom ook sterk reageren op stemmingen van ouders.
Enkele aandachtspunten hierbij zijn:
- Zorg dat de gezichtsafstand tussen u en de baby niet te groot is en dat u elkaar gemakkelijk kunt aankijken. De baby ziet het scherpst op een afstand van zo’n 20 centimeter;
- De baby kan beter naar uw stem luisteren als u tegen hem praat in een ruimte waar niet teveel andere geluiden hoorbaar zijn;
- Als de baby klanken laat horen, herhaal die dan ook, als bevestiging van ontvangst;
- Kijk uw baby altijd aan, ook tijdens het wassen, aan- en uitkleden, verschonen en dergelijke. Vertel uw baby welke handelingen u op dat moment doet. Door te praten, te zingen en te bewegen gaat de baby u ook aankijken;
- Woorden zelf zijn geen lichaamstaal, maar de manier waarop ze worden uitgedrukt wel. Hierbij kan gedacht worden aan volume, snelheid, toon, ritme, hoogte en spanning.
Video-interactiebegeleiding
In het Beatrixziekenhuis wordt veel aandacht besteed aan de lichaamstaal van en het contact met uw baby. We doen dat door middel van video-interactiebegeleiding. Met video-interactiebegeleiding wordt er een video-opname van de ouder met baby gemaakt tijdens een verzorgingsmoment. Deze opname wordt met u terug gekeken en beeld voor beeld ziet u wat er gebeurt in het contact.
Video-interactiebegeleiding is bedoeld voor alle ouders waarvan hun baby in een couveuse ligt of voor baby's die vanwege onrust of veel huilen zijn opgenomen.