Informatie over implantaten
Wat zijn implantaten?
Een implantaat is een kunstwortel die in de kaak wordt geplaatst. De meeste implantaten zien eruit als een schroef. Ze zijn gemaakt van titanium, een lichaamsvriendelijk materiaal waar het bot makkelijk aan hecht. Er zijn één-fase en twéé-fasen implantaten.
Eén-fase implantaat
Dit is een implantaat dat in één behandeling wordt geplaatst. Het implantaat bestaat uit een deel dat in het bot wordt verankerd en een deel dat boven het tandvlees uitsteekt. De twee delen vormen samen één geheel. Na een aantal weken of maanden plaatst de tandarts een kroon, brug of kunstgebit op het uitstekende deel.
Twee-fasen implantaat
Dit implantaat wordt in twee delen geplaatst. In de eerste fase wordt een deel in het bot geplaatst en weer met tandvlees bedekt. Enkele maanden later, als het implantaat in het bot is ingegroeid, volgt de plaatsing van het tweede deel. De implantoloog maakt een kleine opening in het tandvlees en zet een zogenaamde (healing) abutment of opbouw op het ingegroeide implantaat. Een aantal weken daarna plaatst hij een kroon, brug of kunstgebit op de opbouw.
Implantaat met kroon of brug?
Implantaten hebben een aantal voordelen. Een belangrijk voordeel is dat de behandeling zich beperkt tot de plaats waar het probleem zich voordoet. Een implantaat vervangt de ontbrekende tand of kies zonder andere tanden of kiezen te belasten, terwijl voor een brug de aangrenzende tanden en kiezen moeten worden bijgeslepen. Met een implantaat spaart u dus uw eigen tanden en kiezen. Een belangrijk voordeel voor uw mond in z’n geheel, vooral op langere termijn.
Bovendien gaan implantaten vaak een leven lang mee. Ander voordeel is dat een implantaat de tand of kies inclusief de wortel vervangt. Een brug vervangt alleen de tand of kies. Het bot rondom de verwijderde wortel slinkt op den duur, terwijl bij een implantaat de contouren van uw kaak en uw tandvlees intact blijven. Ook na jaren ziet niemand dat het niet uw eigen tanden of kiezen zijn. Met een implantaat spaart u uw andere tanden. Als implantaten niet de juiste oplossing voor u zijn, kunnen een uitneembaar plaatje met een tand, een uitneembaar frame met tanden of een vaste brugconstructie een alternatief zijn. Wanneer u nog eigen tanden en kiezen heeft, is het van belang dat het tandvlees er omheen gezond is. Is dat niet het geval, dan is het raadzaam daar eerst wat aan te laten doen.
Uw situatie
De principes van implanteren zijn in de meeste gevallen gelijk, maar geen patiënt is hetzelfde, dus elk specifiek tandheelkundig probleem vergt een oplossing op maat. Hieronder leest u wat de mogelijkheden zijn en wat u in grote lijnen van de behandeling kunt verwachten.
Ik mis één tand of kies
Als u een enkele tand of kiest mist, is een implantaat met een kroon vrijwel altijd de beste oplossing. Alternatief is een brug, een frame of een plaatje. Het resultaat oogt en voelt als uw eigen tand.
Ik mis meerdere tanden en/ of kiezen
Als u meerdere tanden en/of kiezen mist, is een brug op implantaten veelal de beste oplossing. Alternatief is een brug, frame of een plaatje.
Ik mis alle tanden en kiezen
Als u al uw tanden en kiezen mist en uw prothese zit los, geeft een prothese op implantaten u weer de natuurlijke zekerheid van uw gebit.
Hoe ziet de behandeling eruit?
Voor het plaatsen van een implantaat en de kroon moet u 6 tot 10 keer komen. Daarbij rekenen op afspraken variërend van 15-45 minuten. De behandeling gebeurt in vijf stappen.
Stap 1: onderzoek & voorlichting
Tijdens de eerste gesprekken bekijkt de implantoloog of de kaakchirurg wat de beste oplossing voor u is en geeft hij of zij uitleg over de mogelijke behandeling. Ook worden röntgenfoto’s en soms gebitsafdrukken gemaakt. In een enkel geval heeft u voorafgaand aan de chirurgische behandeling extra behandelingen nodig, bijvoorbeeld omdat u te weinig bot heeft of het omringende tandvlees moet worden aangepast. Tevens zal er een begroting worden opgesteld en krijgt u voorlichting over de behandeling.
Stap 2: plaatsen implantaat
Het plaatsen van de implantaten is een poliklinische ingreep die ongeveer maximaal een uur duurt. Onder plaatselijke verdoving word het implantaat in het kaakbot geplaatst. Na twee weken verwijdert de implantoloog de hechtingen en controleert uw mond.
Stap 3: rustperiode
Daarna volgt een rustperiode van twee tot zes maanden, waarin het kaakbot zich hecht aan het implantaat (osseo integratie) en er een stevig fundament ontstaat voor uw nieuwe tand of kies. Uw implantoloog stelt vast hoeveel tijd het implantaat nodig heeft om aan het bot vast te groeien.
Stap 4: plaatsen opbouw
Als dat gebeurd is, maakt hij – wederom onder plaatselijke verdoving – een klein gaatje in het tandvlees om de zogenaamde abutment op het implantaat te plaatsen waar hij later uw kroon op bevestigt. Het komt voor dat implantaat en opbouw in één keer worden geplaatst in stap 2, het zogenaamde één-fase implantaat.
Stap 5: plaatsen kroon
De laatste fase is het vervaardigen en plaatsen van de kroon. Voor het maken van de afdrukken en het plaatsen van de kroon zijn doorgaans drie afspraken nodig. Na plaatsing maakt u nog een afspraak voor een eindcontrole. De totale behandeling duurt 3-9 maanden. Gedurende deze periode kunt u een tijdelijke tandvervanging dragen.
OF
Stap 5: plaatsen gebitsprothese
De laatste fase is het vervaardigen en plaatsen van de gebitsprothese. Voor het maken van de afdrukken voor de gebitsprothese en het passen zijn meerdere afspraken nodig. De prothese klikt vast op een staafje of op knopjes op de implantaten. U sluit de behandeling af met een eindcontrole.
U heeft te weinig bot. Wat nu?
Het kan zijn dat u te weinig bot heeft op de plek waar de implantaten moeten komen. Vaak is het mogelijk extra bot aan te brengen om toch succesvol te kunnen implanteren.
Waarom is er soms niet genoeg bot?
In de bovenkaak achter de hoektanden is van nature soms weinig bot aanwezig. Ook als gevolg van chronische ontstekingen aan uw tandvlees, het trekken van tanden en kiezen of een ongeval is er soms te weinig bot over. Daarnaast leidt het langdurig dragen van een slecht passend kunstgebit tot botverlies.
Wat is het gevolg hiervan?
Onvoldoende bot op de juiste plek is niet alleen een probleem voor het plaatsen van een implantaat, maar betekent vooral dat het uiteindelijke resultaat er niet mooi uitziet. Voorwaarde voor een geslaagde ingreep is het herstellen van de contour van het kaakbot.
Wat is er aan te doen?
Met verschillende technieken is het bot dat verloren is gegaan terug te winnen. Met behulp van uw eigen bot en/ of botsubstituten wordt de kaak weer opgebouwd. Na 3-12 maanden is het bot voldoende ontwikkeld en kunnen de implantaten worden geplaatst. Afhankelijk van uw situatie kan het opbouwen van het bot en het plaatsen van de implantaten gelijktijdig plaatsvinden. Het behandeltraject varieert van ziekenhuisopname tot poliklinische behandeling of een gedeeltelijke voorbehandeling in de praktijk.
Contact
Als u na ontslag uit het ziekenhuis klachten krijgt, of als u iets wilt vragen, bel dan onderstaande telefoonnummers.
Maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 uur – 11:30 uur en 13:30 uur – 16:00 uur
Polikliniek Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie (0183) 64 42 26
Doordeweeks tussen 17.00 uur en 08.00 uur, in het weekend en op feestdagen
De Huisartsenpost via (0183) 64 64 1