Implantaten onder de gebitsprothese

Implantologie: de tandeloze onderkaak.

Als u problemen ervaart met de houvast van uw kunstgebit in de onderkaak of als het dragen ervan pijn veroorzaakt, kunnen implantaten een oplossing zijn. Wat is een implantaat, waarvoor dienen implantaten en hoe gaat een behandeling waarbij implantaten worden geplaatst voor steun aan een kunstgebit in de onderkaak in zijn werk? Deze folder geeft u hierover informatie.

Voor wie zijn implantaten bedoeld?

Patiënten met klachten van een loszittend kunstgebit in de onderkaak of met pijnklachten ervan, die blijven bestaan ondanks aanpassingen of vervaardigen van en nieuwe prothese door de tandarts of de tandprotheticus, komen in aanmerking voor een behandeling met implantaten. Door toenemend slinken van de onderkaak wordt het houvast van het onder kunstgebit in de loop der jaren steeds minder. Het slinken van de onderkaak nadat de tanden en kiezen zijn verwijderd, is een natuurlijk proces. De prothese verschuift bij de minste of geringste beweging en klachten over loszitten en pijn treden op. Juist deze groep patiënten heeft baat bij het plaatsen van implantaten waardoor het houvast van de prothese wordt verbeterd. Daarom worden steeds meer patiënten met implantaten behandeld.

Zijn implantaten altijd mogelijk of verstandig?

Of het plaatsen van implantaten mogelijk of verstandig is, hangt af van een aantal factoren. Soms is de kaak niet hoog of breed genoeg om implantaten te kunnen plaatsen. Dit kan in de meeste gevallen worden beoordeeld aan de hand van één of meerdere röntgenfoto’s. Bij een matige gezondheid kan het onverstandig zijn om een chirurgische ingreep te ondergaan. Deze en andere aspecten komen tijdens en eerste gesprek uitgebreid aan de orde. Dan wordt ook bekeken of de huidige prothese voor verbetering vatbaar is, zodat implantaten misschien helemaal niet nodig zijn. Wanneer u rookt is het verstandig om te stoppen met roken voor u aan de behandeling begint. De kans van slagen neemt namelijk af wanneer u rookt.

Wat is een implantaat?

Een implantaat is een soort schroef (kunstwortel) gemaakt van titanium. Het heeft de vorm van een cilinder of schroef en kan variëren in lengte en dikte. Het is hol van binnen waarin schroefdraad zit, zodat op het implantaat opzetstukjes kunnen worden geplaatst. Een implantaat wordt in het kaakbot aangebracht en zal daarin vastgroeien. In de tandeloze onderkaak worden 2 of 4 implantaten geplaatst waarop, nadat de implantaten zijn vergroeid met het kaakbot, een “klik”--mechanisme wordt aangebracht waarop het kunstgebit “vastklikt”. Er kan worden gekozen voor een staafconstructie, waarbij de implantaten met elkaar worden verbonden, of voor drukknoppen. Het gebit kan er wel worden uitgehaald om het goed schoon te maken (minimaal twee keer per dag). Een ‘klikgebit’ zit niet muurvast in de mond, maar kan tijdens eten en spreken veel minder verschuiven. Ook komt er meestal minder voedsel onder het kunstgebit. De constructie op implantaten wordt ongeveer twee tot drie maanden na het plaatsen gemaakt omdat er dan een goede hechting is tussen het implantaat en het kaakbot.

Na verwijzing door uw tandarts krijgt u een afspraak op de polikliniek Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie (MKA). Na een gesprek en onderzoek worden röntgenfoto’s gemaakt. De kaakchirurg zal met u overleggen of het plaatsen van implantaten bij u zinvol en mogelijk is. Niet alle kaken zijn altijd geschikt om implantaten in te plaatsen. Om implantaten te kunnen plaatsen, moet er voldoende kaakbot aanwezig zijn.

Als blijkt dat de kaak te laag of te smal is om implantaten te kunnen plaatsen, is er eerst een operatie nodig om de kaak te verhogen of verbreden met bot voordat de implantaten kunnen worden geplaatst. Het bot wordt bijvoorbeeld uit de bekkenkam genomen en getransplanteerd naar uw kaak. Dit is een ingreep onder narcose. Na de operatie blijft u meestal 1 dag opgenomen in het ziekenhuis. Na de operatie is het gezicht een aantal dagen gezwollen. Soms is er een bloeduitstorting. Het lopen en het belasten van de heup waaruit het bot is weggehaald, kost de eerste dagen moeite en is pijnlijk. Na ongeveer twee weken verdwijnen deze klachten weer. Het bottransplantaat heeft tijd nodig om goed met uw kaak te vergroeien. Daarom wordt na deze operatie 2 tot 4 maanden gewacht, voordat de implantaten worden geplaatst. Uw gebitsprothese past na de operatie niet meer. Het dragen van uw ondergebit tijdens deze periode is ook niet wenselijk omdat hierdoor het vastgroeien van het getransplanteerde bot kan worden verstoord.

Hoe gaat het plaatsen van implantaten in zijn werk?

De implantaten worden meestal onder plaatselijke verdoving aangebracht in het voorste gedeelte van de onderkaak, ongeveer op de plaats van de vroegere hoektanden. Meestal worden 2 en soms 4 implantaten geplaatst. De behandeling duurt ongeveer 1 uur. Na de behandeling kunt u weer naar huis. De implantaten worden onder het tandvlees begraven; ze zijn dan nog niet te zien. Acht tot twaalf weken na plaatsing, worden de implantaten door middel van een kleine ingreep opgezocht.

Het plaatsen van de implantaten zal tussen de 30 en 60 minuten duren.

De behandeling zelf is misschien oncomfortabel, maar niet pijnlijk. De gevolgen zijn meestal beperkt en duren enkele dagen, maximaal een week. Ze kunnen bestaan uit een pijnlijk wondgebied in de mond, enige zwelling en eventueel een bloeduitstorting onder de kin. De pijn kan worden onderdrukt door de voorgeschreven pijnstillers te gebruiken.  De wond wordt gehecht met een materiaal dat na één tot twee weken oplost en spontaan verdwijnt.

Soms verandert het gevoel in de lip of kin. Dit is bijna altijd van tijdelijke aard.

De nieuwe gebitsprothese

Na het plaatsen van de implantaten moet de onder prothese een aantal dagen worden uitgelaten. Hierna wordt uw oude onder prothese aangepast. De onder prothese kan dan beperkt gebruikt en gedragen worden; kauwen en afbijten is niet gewenst. Het eten moet zacht en vloeibaar zijn. In principe kan alles worden gegeten, alleen niet op de gewone manier. Het voedsel kan worden fijngemalen met behulp van een blender of staafmixer. U dient de prothese ieder geval ’s nachts uit te laten.

Voordat met het maken van de nieuwe prothese wordt begonnen, moeten de implantaten voldoende zijn vastgegroeid. Afhankelijk van de kwaliteit van het bot wordt hiervoor een periode aangehouden van 6 weken tot 4 maanden. Wanneer het implantaat onder het tandvlees is gelegen, volgt een tweede, kleine ingreep onder plaatselijke verdoving. Hierbij worden, nadat een kleine snee in het tandvlees is gemaakt, opzetstukjes aangebracht op de implantaten. Deze opzetstukjes zijn nu te zien in de mond. Hierna kan de tandarts beginnen met het vervaardigen van de nieuwe onder prothese.

Prognose en nazorg

Geen enkele medische ingreep, dus ook een behandeling met implantaten, is helemaal zonder risico. Bij een goede mondhygiëne en regelmatige controle kunnen de implantaten jarenlang meegaan. De resultaten zijn zonder meer goed te noemen waarbij implantaten 15 jaar en langer kunnen functioneren. In een beperkt aantal gevallen groeit een implantaat echter niet goed vast of komt na verloop van tijd los. Het implantaat moet dan worden verwijderd. De levensduur van implantaten is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid en het soort kaakbot, de grootte van de kauwkrachten, de mondhygiëne en regelmatige controle. Bovendien blijkt dat roken niet alleen slecht is voor uw gezondheid, maar ook voor de levensduur van implantaten. Het gebit en de implantaten moeten regelmatig worden gecontroleerd. Ongeveer 2 keer per jaar is controle van de gebitsprothese en implantaten nodig.

Als u na ontslag uit het ziekenhuis klachten krijgt, of als u iets wilt vragen, bel dan onderstaande telefoonnummers.

Maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 uur – 11:30 uur en 13:30 uur – 16:00 uur
Polikliniek Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie (0183) 64 42 26

Doordeweeks tussen 17.00 uur en 08.00 uur, in het weekend en op feestdagen
De Huisartsenpost via (0183) 64 64 1