Diagnose
In het oog wordt vocht (kamerwater) aangemaakt voor de voeding van het hoornvlies en de lens. Dit kamerwater (niet te verwarren met het traanvocht aan de buitenkant van het oog) verlaat het oog ongemerkt via een afvoer die zich bevindt op de grens van oogwit (sclera) en het gekleurde deel van het oog, het regenboogvlies (iris). Als dit afvoersysteem (trabekelsysteem) minder goed werkt, kan het kamerwater moeizaam weg en neemt de druk binnen in het oog toe. De oogzenuw raakt hierdoor langzaam maar zeker beschadigd. Uiteindelijk merkt u dit doordat er stukken uit het beeld (gezichtsveld) verdwijnen. Nog later wordt ook de gezichtsscherpte aangetast. Deze ziekte heet glaucoom en is onomkeerbaar, zij kan alleen worden vertraagd. Daartoe moet de oogdruk blijvend worden verlaagd. Wanneer oogdruppels en eventueel een laserbehandeling daar niet of onvoldoende in slagen, kan gekozen worden voor het plaatsen van een Baerveldt implant. Deze operatie heeft tot doel de oogdruk te verlagen om daarmee het gezichtsveld en de gezichtsscherpte te behouden, niet om die te verbeteren.
Werking implant
De drainage-implant bestaat uit een kunststof buisje met daaraan een siliconen plaatje.
Het buisje wordt in de voorste ruimte van uw oog (voorste oogkamer) geplaatst en aan de buitenkant van het oog bedekt met een stukje donor-oogwit dat op het oog wordt vastgehecht. Wanneer u in de spiegel kijkt, kunt u het donor-oogwit zien zitten als een klein wit rechthoekje aan de bovenzijde van het oog. Het buisje van de Baerveldt wordt dichtgebonden met een hechting die na ongeveer 6 tot 8 weken vanzelf oplost.
Bij de Paul implant wordt de buis niet afgebonden met een hechting, maar wordt een lange hechtdraad in de buis gestopt. Hiermee kan het moment van volledig opengaan van de buis in gang worden gezet door de draad er uit te trekken. Dit doet de oogarts in de spreekkamer.
Het plaatje wordt onzichtbaar achter op het oogwit gehecht. Het lichaam maakt als reactie hierop bindweefsel aan om het plaatje. De vorming van dit bindweefsel duurt ongeveer zes weken. Het bindweefsel zorgt uiteindelijk voor een bepaalde tegendruk, zodat er niet teveel kamerwater uit het oog wordt afgevoerd met als gevolg een te lage druk. Als het buisje na ongeveer zes weken opengaat, kan het kamerwater via het buisje worden afgevoerd naar het door bindweefsel omgeven plaatje.