Tijdens een operatie aan een carpaal tunnel syndroom, wordt de tunnel waardoor de middelste armzenuw loopt, verbreed. Uw klachten zullen daarna snel verdwijnen of minder worden.
Of u voor de operatie mag eten en drinken is afhankelijk van de verdoving. Als er plaatselijk wordt verdoofd, mag u voor de operatie gewoon eten en drinken. Bij algehele verdoving en verdoving van de arm dient u zich te houden aan de nuchterheidscriteria zoals die staan vermeld in de folder "Anesthesie". Wij vragen u om aan de hand waaraan u geopereerd wordt geen sieraden te dragen. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt moet u hier vijf dagen voorafgaand aan de operatie mee stoppen (altijd in overleg met degene die u deze medicijnen heeft voorgeschreven). Voor de operatie vragen wij u om geen handcrème te gebruiken. Dit in verband met desinfectie van de huid.
De operatie vindt plaats onder plaatselijke verdoving, verdoving van de gehele arm of onder algehele anesthesie (narcose). De plaatselijke verdoving wordt aangebracht door de orthopedisch chirurg. Hij zal u een aantal prikken geven. Deze kunnen wat gevoelig zijn. Van de operatie voelt u verder niets. Tijdens de operatie maakt de orthopedisch chirurg aan de binnenkant van uw hand een sneetje. De tunnel waardoor de middelste armzenuw loopt, wordt verbreed. In de zenuw zelf wordt niet gesneden. Uw hand zal daardoor na de operatie dan ook niet stijf of verlamd zijn.
De operatie duurt ongeveer 20 minuten.
Na de operatie verbinden wij uw hand en krijgt u een mitella om. Wij adviseren u om na de operatie niet zelf auto te rijden. Neemt u vooral een naaste of familielid mee om u naar huis te brengen.
Als u na de operatie pijn krijgt, kunt u het beste gewone pijnstillers nemen, bijvoorbeeld paracetamol. Meestal neemt de pijn na een dag af. Het verband mag u zelf na drie dagen verwijderen. De pleister op de wond laat u zitten.
Na ongeveer tien tot veertien dagen mogen de hechtingen eruit. Dit gebeurt op de polikliniek orthopedische chirurgie of door uw huisarts. U krijgt hiervoor op de dag van de operatie een vervolgafspraak mee.
In hoeverre de operatie een succes zal zijn hangt af van de klachten die u voor die tijd had. Het kan zijn dat u enige tijd in en om de pols pijn houdt. Bij sommige patiënten duurt het wat langer voordat zij weer alles normaal met hun hand kunnen doen.
Bij iedere operatie kunnen complicaties optreden zoals een nabloeding, wondinfectie, dystrofie, trombose en longontsteking. Hoewel de kans daarop klein is, kan dat bij deze operatie ook.
U heeft vandaag een carpaal tunnel syndroom operatie gehad. Hieronder volgen een paar opmerkingen die belangrijk zijn voor de eerste dagen na de operatie.
De zorgprofessional geeft aan welke medicijnen u nodig heeft.
De ontslagbrief wordt digitaal naar uw huisarts verzonden.
U krijgt een afspraak mee voor een controlebezoek en/of telefonisch consult bij de orthopeed of deze wordt naar u opgestuurd.
Als u binnen 72 uur na ontslag uit het ziekenhuis klachten krijgt, of als u iets wilt vragen, bel dan onderstaande telefoonnummers.
Maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur en 20.00 uur
De afdeling Dagbehandeling via (0183) 64 47 52
Maandag tot en met vrijdag tussen 08:30 uur – 11:30 uur en 13:30 uur – 16:00 uur
Polikliniek orthopedie (0183) 64 42 57
In de nacht tussen 20.00 uur en 07.00 uur, in het weekend en op feestdagen
De Huisartsenpost via (0183) 64 64 10
De medewerkers van de huisartsenpost zijn opgeleid om te beoordelen welke zorg u nodig heeft. U ontvangt een advies of wordt doorverbonden. Na 72 uur kunt u contact opnemen met uw eigen huisarts.
Deze website toont video’s van YouTube en Vimeo. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt, kunt u dat hier aangeven. U kunt dan geen video’s op deze website zien. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren. Deze gegevens worden niet aan derden verstrekt.
Lees meer over het cookiebeleid