Borstsparende operatie bij voorstadium borstkanker
Inleiding
Binnenkort krijgt u een borstsparende operatie. Op deze pagina leest u meer over deze operatie.
Wat is een borstsparende operatie?
Bij een borstsparende operatie wordt alleen de plek met het voorstadium van borstkanker (DCIS) in uw borst verwijderd. Samen met een stukje gezond borstweefsel eromheen (zie Afbeelding 1). Zo is de kans het grootst dat het DCIS helemaal wordt verwijderd. U houdt uw borst. De borst kan wel veranderen van vorm of kleiner worden. Een borstsparende operatie is geen zware operatie voor het lichaam. Ook vrouwen op hoge leeftijd kunnen de operatie veilig krijgen.
Tijdens de operatie wordt meestal ook één lymfeklier uit uw oksel verwijderd. Is dit bij u ook zo? Dan krijgt u een aparte folder met meer informatie over deze ingreep.
Als het nodig is, plaatsen we voor de operatie een metalen draadje in de tumor
Is het DCIS in uw borst niet of moeilijk te voelen? Dan plaatsen we voor de operatie een metalen draadje op de plek van het DCIS. Dit helpt uw arts tijdens de operatie deze plek te vinden. En daarna te verwijderen. U hoort van uw arts of het plaatsen van een metalen draadje nodig is.
Het metalen draadje wordt geplaatst op de afdeling Radiologie van ons ziekenhuis. Daar onderzoeken we met een echo- of röntgenapparaat waar het DCIS in uw borst zit. Daarna wordt uw huid verdoofd. En wordt de draad met een holle naald ingebracht. Het metalen draadje steekt uit uw borst. En wordt vast geplakt op uw huid. Daarna controleren we met een mammografie (een röntgenfoto van uw borst) of het metalen draadje op de goede plek zit.
Het plaatsen van een metalen draadje in uw borst gebeurt op de dag van de operatie. Of op de dag vóór de operatie.
Zo kunt u zich voorbereiden op de operatie
Wij adviseren u om 1 week voor de operatie uw oksel niet meer te ontharen
Zo wordt de kans op wondjes en ontstekingen kleiner.
U krijgt praktische informatie over uw opname in het ziekenhuis
Voor deze operatie wordt u opgenomen in het Beatrixziekenhuis. U krijgt van Bureau Opname van het ziekenhuis een brief of e-mail met informatie. Hierin staat ook waar u zich mag melden op de dag dat u wordt opgenomen.
Voor deze operatie moet u nuchter zijn
Dit betekent dat u voor de operatie niet mag eten en drinken. In de brief of e-mail van Bureau Opname staat meer uitleg over nuchter zijn.
Uw medicijnen innemen
De anesthesioloog bespreekt met u welke medicijnen u mag innemen op de dag van de operatie. Een anesthesioloog is een arts die de verdoving geeft tijdens de operatie. Gebruikt u bloedverdunners? U hoort van uw arts of u hiermee moet stoppen.
Draag geen nagellak en make-up
Draag op de dag van de operatie geen nagellak en make-up.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
- Kleding: makkelijk zittende kleding, nachtkleding, ondergoed, slippers of pantoffels.
- Een goed passende beha zonder beugel.
- Toiletartikelen.
- Hulpmiddelen die u gebruikt. Zoals een bril, contactlenzen, gehoorapparaten, rollator.
- Het hartenkussentje.
- Uw medicijnen in de originele verpakking of medicijnrol.
- Neem geen waardevolle spullen mee naar het ziekenhuis.
Naar het ziekenhuis voor de operatie
Op de dag van de opname meldt u zich op de afgesproken verpleegafdeling. Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. U mag tijdens de operatie geen sieraden, nagellak en make-up dragen. Ook contactlenzen, een bril, gehoorapparaten en een kunstgebit moet u op de verpleegafdeling laten.
Bent u aan de beurt voor de operatie? Dan brengen wij u naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Hier krijgt u een infuus in uw hand of arm. Hierdoor krijgt u medicijnen en vocht.
De operatie
Daarna brengen we u in uw bed naar de operatiekamer. Hier ziet u uw arts, de anesthesioloog en een aantal operatieassistenten. U mag van uw bed overschuiven naar de operatietafel. Wij helpen u hierbij. We sluiten u aan op bewakingsapparatuur. Hiermee houden wij u goed in de gaten. Zoals bijvoorbeeld uw hartslag, bloeddruk en het zuurstofgehalte in uw bloed. Daarna krijgt u een zuurstofkapje over uw mond en neus. En de anesthesioloog spuit de medicijnen in via het infuus. U valt daarna heel snel in slaap.
Via een snee verwijdert uw arts het DCIS met een stukje gezond weefsel eromheen. Uw arts laat kleine metalen clips achter op de plek waar de tumor zat. Zo kan de bestralingsarts precies het bestralingsgebied bepalen. De clips zijn in de toekomst ook op de borstfoto te zien. Hierdoor kan de arts makkelijker het oude operatiegebied beoordelen. U voelt deze clips niet. De wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen. Na de operatie onderzoekt de patholoog het verwijderde borstweefsel in het laboratorium.
De operatie duurt ongeveer 45 minuten.
Na de operatie
Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer
Bent u goed wakker? Dan brengen we u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige belt uw contactpersoon.
Eten en drinken
Als u op de verpleegafdeling bent, mag u weer eten en drinken.
Pijnstillers
Uw arts spreekt af welke pijnstillers u mag gebruiken na de operatie. Blijft u toch pijn houden? Vertel dit dan gerust aan de verpleegkundige. De verpleegkundige bespreekt met uw arts of u extra pijnstillers mag krijgen. Ook kan de pijn minder worden door het hartenkussentje onder uw oksel te leggen.
Beha
We adviseren u om de eerste twee weken na de operatie dag en nacht een goed steunende beha te dragen. Bijvoorbeeld een sportbeha of een beha zonder beugels.
De wond
Na de operatie zit er een bruine hechtpleister op de wond. De hechtpleister is waterafstotend. Dus u mag ermee onder de douche. De hechtpleister mag u laten zitten totdat u terugkomt op de polikliniek voor de uitslag. Wij halen de pleister dan weg. De onderhuidse hechtingen lossen vanzelf op.
Bewegen na de operatie
Na de operatie mag u uw arm gebruiken bij de dagelijkse dingen. Zoals eten, drinken, aankleden en wassen. U hoeft niet bang te zijn dat door het bewegen de wond opengaat of de hechtingen los laten.
Er kunnen problemen ontstaan na de operatie
Na een borstsparende operatie kunnen er problemen ontstaan. Hieronder beschrijven we de problemen die kunnen ontstaan.
Nabloeding
Bij een nabloeding zwelt de borst in korte tijd op. Soms is dan een tweede operatie nodig om de bloeding te stoppen.
Ontsteking
Bij een ontsteking van de wond is er vaak roodheid en pijn bij de wond. Soms heeft u koorts. Heeft u overgewicht, suikerziekte of rookt u? Dan heeft u meer kans op een ontsteking.
Wondvocht
Er kan wondvocht onder het litteken ophopen. U kunt dit niet voorkomen. Uw lichaam ruimt dit vocht vaak zelf op.
Pijnlijk litteken
Op de plek van de wond komt een litteken. Dit kan een harde plek worden. Dat kan pijnlijk zijn. Soms kunt u uw arm daardoor minder makkelijk bewegen. De mammacare-verpleegkundige of verpleegkundig specialist kan u doorsturen naar een huidtherapeut. Door de behandeling van de huidtherapeut kan het litteken soepeler en minder pijnlijk worden.
Als u zich goed voelt, mag u de dezelfde dag weer naar huis
Voor een goed herstel zijn de volgende leefregels na de operatie belangrijk.
- Laat de hechtpleister op de wond zitten. Wij halen de pleister voor u weg als u terugkomt voor de uitslag.
- U mag de dag na de operatie weer douchen.
- De eerste zes weken mag u niet in bad en niet zwemmen.
- Gebruik de eerste twee weken geen zeep, deodorant of bodylotion rondom de wond.
- De eerste twee weken na de operatie mag u niet fietsen en autorijden.
- De eerste twee weken na de operatie mag u niet zwaar tillen en geen zwaar (huishoudelijk) werk doen.
- Het is belangrijk om uw arm te blijven bewegen.
- Bespreek met uw arts tijdens uw eerste afspraak na de operatie wanneer u weer mag sporten en werken.
- Heeft uw arts samen met de plastisch chirurg geopereerd? Dan krijgt u leefregels van de plastisch chirurg.
Wanneer belt u naar het ziekenhuis?
Bij de volgende klachten belt u naar het ziekenhuis:
- Nabloeding
- Koorts, hoger dan 38 graden
- Roodheid bij de wond
- Pus uit de wond
- Veel pijn
- Als de wond opengaat
- Als u twijfels heeft, of vragen
Onderaan deze pagina leest u welk telefoonnummer u kunt bellen.
Na ongeveer twee weken krijgt u de uitslag
Na de operatie onderzoekt de patholoog het verwijderde borstweefsel in het laboratorium. En kijkt of er in de snijranden van het weefsel kwaadaardige cellen zitten.
Zitten er geen kwaadaardige cellen in de snijranden? Dan is het DCIS helemaal verwijderd.
Soms blijkt uit het onderzoek van de patholoog dat er naast het DCIS ook borstkankercellen aanwezig zijn. Het is dan soms nodig om uw behandeling aan te passen.
De uitslag van het verwijderde weefsel bespreken wij met elkaar in de oncologiebespreking. Ook bespreken we of u nog een extra behandeling nodig heeft. U krijgt de uitslag van uw arts ongeveer 2 weken na uw operatie.
Na een borstsparende operatie is bijna altijd bestraling nodig
Bestraling is meestal nodig, omdat er misschien tumorcellen in uw borst zijn achtergebleven. Bij bestraling wordt straling gebruikt om tumorcellen die misschien zijn achtergebleven te doden. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de borstkanker terugkomt in uw geopereerde borst.
De bestraling begint ongeveer 5 tot 6 weken na uw operatie. Dan is de wond vaak goed genoeg genezen.
Krijgt u eerst chemotherapie na uw operatie? Dan bespreekt de oncoloog met u wanneer u de bestraling krijgt. U krijgt 1 tot 4 weken lang elke werkdag een paar minuten bestraling. De bestralingsarts bespreekt met u hoeveel bestralingen bij u nodig zijn.
Bestraling kan niet in ons ziekenhuis. We werken hiervoor samen met de volgende bestralingsziekenhuizen:
- Erasmus MC, vestiging in Dordrecht
- UMC Utrecht
- Verbeeten Instituut met vestigingen in Breda, Den Bosch en Tilburg
U mag zelf kiezen waar u bestraling krijgt.
Samen beslissen
Wij vinden het belangrijk dat u de behandeling krijgt die het beste bij u past. Uw arts of verpleegkundig specialist geeft u uitleg over de behandeling. En wat de voordelen en nadelen van de behandeling zijn. U bespreekt samen wat dit betekent voor uw situatie. En wat uw persoonlijke voorkeuren zijn. Daarna kiest u samen met uw arts of verpleegkundig specialist wat het beste bij u past.
Hoe ziet uw borst er na de operatie uit?
Door het verwijderen van borstweefsel kan de vorm en grootte van uw borst veranderen. Ook door bestraling kan de kleur, vorm en grootte van uw borst veranderen. Is uw geopereerde borst een stuk kleiner dan uw andere borst? Dan kunt u een deelprothese dragen. Een deelprothese is een stukje kunstborst. Het wordt op uw geopereerde borst gelegd. En gesteund door uw beha. Zo is er aan de buitenkant geen verschil meer te zien tussen beide borsten. De mammacare-verpleegkundige kan u meer vertellen over een deelprothese.
Ook is het mogelijk om uw borst door de plastisch chirurg te laten herstellen. Of om de andere borst te verkleinen. Zo gaan beide borsten er zoveel mogelijk gelijk uitzien.
Controle na de behandeling
DCIS kan na de behandeling terugkomen. Bijvoorbeeld in uw geopereerde borst of in het litteken. Ook kan het terugkomen als borstkanker. Daarom blijft u minstens 5 jaar onder controle op de mammapolikliniek.
U komt regelmatig voor controle bij uw arts of verpleegkundig specialist
Deze controles zijn om mogelijke terugkeer van het DCIS of borstkanker snel te ontdekken. Dit gebeurt door lichamelijk onderzoek. En er wordt elk jaar een mammografie gemaakt van beide borsten. Tijdens de afspraak met uw arts of verpleegkundig specialist kunt u ook bespreken of u last heeft van de gevolgen van de behandeling.
Hieronder leest u wanneer u een afspraak voor controle heeft
- Ongeveer 3 maanden na uw operatie krijgt u een afspraak bij de mammacare-verpleegkundige. Zij bespreekt hoe het met u gaat. Twijfelt u niet uw vragen of gevoelens met haar te bespreken. Heeft u extra steun nodig? De mammacare-verpleegkundige kan u hiermee helpen. Soms met een gesprek. Of door u te verwijzen naar een deskundige. Bijvoorbeeld naar een psycholoog, een fysiotherapeut of een ergotherapeut.
- Ongeveer zes maanden na de operatie krijgt u een afspraak bij de verpleegkundig specialist. Een verpleegkundig specialist is een verpleegkundige die is opgeleid om ook medische handelingen uit te voeren. Zoals bijvoorbeeld lichamelijk onderzoek van uw borsten en de lymfeklieren in uw oksels en hals.
- Ongeveer een jaar na de operatie krijgt u een mammografie van allebei uw borsten. Daarna komt u bij uw arts of verpleegkundig specialist voor de uitslag en het lichamelijk onderzoek.
- Daarna krijgt u elk jaar een mammografie. En een afspraak voor controle bij uw arts of verpleegkundig specialist.
De mammacare-verpleegkundige is uw aanspreekpunt in de tijd dat u onder controle bent op de mammapolikliniek. Zij is bereikbaar voor uw zorgen en vragen.
Neem gerust contact met ons op
De mammacare-verpleegkundige is uw aanspreekpunt
Een mammacare-verpleegkundige is een verpleegkundige die gespecialiseerd is in de zorg voor mensen met borstkanker of andere borstafwijkingen. U kunt bij haar terecht met uw vragen en zorgen. Tijdens de gesprekken met uw arts is de mammacare-verpleegkundige aanwezig. Zij is op de hoogte van uw persoonlijke situatie.
Bereikbaarheid mammacare-verpleegkundige
- Uw mammacare-verpleegkundige is bereikbaar op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag tussen 08.00 en 15.00 uur via telefoonnummer (0183) 644818.
- Heeft u een probleem waarover u zich zorgen maakt en is de mammacare-verpleegkundige niet bereikbaar? De polikliniek is bereikbaar van 8.30 uur tot 11.30 uur en van 13.30 uur tot 16.00 uur via telefoonnnummer (0183) 644205.
Bent u ook door de plastisch chirurg geopereerd?
Dan kunt u bij vragen over uw wond contact opnemen met de polikliniek Plastische chirurgie. De polikliniek is bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8:30 uur tot 11:30 uur en van 13:30 uur tot 16:00 uur via telefoonnummer 0183-644692. Is de polikliniek Plastische chirurgie niet bereikbaar? Neem dan contact op met de mammacare-verpleegkundige via telefoonnummer 0183-644818.
U kunt uw vragen ook stellen via de app BeterDichtbij
Via deze app kunt u eenvoudig en veilig contact hebben met de mammacare-verpleegkundige. Tijdens uw afspraak in het ziekenhuis informeren wij u over deze app.
U kunt vragen ook via e-mail stellen
U kunt uw vragen ook mailen naar mammab1@rivas.nl. Wij proberen binnen 2 werkdagen te antwoorden. Een e-mail is niet beveiligd. Contact via de app BeterDichtbij is wel beveiligd.
Contact over afspraken of administratieve vragen
Wilt u een afspraak maken of verzetten? Of heeft u administratieve vragen? Bel dan op werkdagen tussen 08.30 uur tot 11.30 uur en van 13.30 uur tot 16.00 uur met de polikliniek Chirurgie via telefoonnummer (0183) 644205.
Huisartsenpost
Heeft u dringende problemen buiten kantoortijden (werkdagen na 17.00 uur of in het weekend)? Belt u dan naar de Huisartsenpost via telefoonnummer (0183) 646410.