Blaastraining
De behandeling
Sommige mensen hebben zich aangewend om heel vaak naar het toilet te gaan. Ze hebben hierdoor een verstoord 'plaspatroon' gekregen. Bij het plassen hebben ze steeds maar een beetje plas in de blaas of bij elk gevoel van aandrang gaan ze direct plassen. Nadeel van deze gewoonte is dat het probleem alleen maar groter wordt. U kunt uw blaas trainen en zo weer een normaal plaspatroon krijgen (ongeveer 6 tot 8x per dag).
Wat kunt u doen?
Voordat u met de training begint, kunt u een dagboekje maken waarin u opschrijft hoeveel en hoe vaak u plast. Na een paar dagen ziet u hoe uw plaspatroon eruit ziet. Als u na een paar dagen trainen weer opschrijft hoe uw plaspatroon eruit ziet, krijgt u een idee of de training helpt.
De training
Door middel van de blaastraining kunt u zelf oefenen om de plas steeds een beetje langer op te houden. Zodra u aandrang voelt om te plassen probeert u dit nog even uit te stellen. Dit is moeilijk, maar u begint met 1 minuut. U kunt het plassen uitstellen door bij aandrang even rustig te gaan zitten en tegelijk de plas op te houden.
Laat de moed niet zakken als het na 1 dag nog niet wil lukken. Gun uzelf de tijd om het te leren. Lukt het om de plas 1 minuut uit te stellen, verhoog dan de wachttijd weer met 1 minuut. Gaat dit goed wacht dan 2 minuten. Daarna 5 minuten en als dit ook goed gaat kunt u het plassen uitstellen met 10 minuten. U zult merken dat u uw plas steeds langer en beter kunt ophouden. Het gevoel van aandrang wordt ook minder. Tegelijk wordt de inhoud van de blaas vergroot waardoor de plassen die u maakt ook weer groter kunnen worden. Uiteraard heeft deze training tijd nodig, maar: 'de aanhouder wint!'
Belangrijk!
Het is belangrijk om goed te blijven drinken: 1,5 tot 2 liter per dag.
Het is verstandig rechtop en ontspannen op het toilet te zitten. Geef de blaas de tijd om helemaal leeg te komen (zie de plaswijzer). U bent op de goede weg als u ongeveer 8x per dag gaat plassen. Er zit dan ongeveer 2 uur tussen de plassen in.
Als de training na 3 maanden geen duidelijke verbetering geeft, heeft het niet zoveel zin om door te gaan. In dit geval kunt u beter overleggen met uw specialist of continentieverpleegkundige.
Contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen. Neem dan contact op met de polikliniek Urologie via telefoonnummer (0183) 64 42 65 of bel de continentieverpleegkundige via telefoonnummer (0183) 64 42 67.