Ademhalingsondersteuning door middel van non-invasieve beademing (BIPAP)

Hoe werkt non-invasieve beademing

U krijgt tijdens de behandeling een kapje op uw gezicht dat via een slang verbonden is met het apparaat. Vervolgens wordt het apparaat ingesteld, zodat het ondersteuning biedt bij de in- en uitademing.

Inademing
Bij het inademen levert het BIPAP-apparaat een hoge luchtstroom waardoor inademen minder moeite kost. De ingeademde lucht wordt als het ware naar de longen geduwd.

Uitademing
Bij het uitademen neemt de luchtstroom in kracht af, maar de druk gaat niet helemaal weg. Hierdoor blijft er ook bij het uitademen een positieve druk in de luchtwegen. Uw longen blijven daardoor als het ware ‘open’ staan waardoor de koolzuur gemakkelijk kan worden uitgeademd.

De verpleegkundige legt u eerst uit hoe het apparaat werkt. Daarna krijgt u het kapje opgezet. Als u het kapje op uw gezicht krijgt, kan dit een benauwd gevoel geven. Als u rustig ademhaalt, merkt u dat dit benauwde gevoel verdwijnt. Mocht het masker niet prettig zitten, geef dit dan aan bij de verpleegkundige.

De verpleegkundige blijft in het begin van de behandeling bij u in de buurt. Soms geeft het apparaat een pieptoon. De verpleegkundige komt dan naar u toe om het apparaat te controleren. Een oorzaak van de pieptoon kan bijvoorbeeld zijn dat het masker niet meer goed zit.

De non-invasieve beademing wordt gebruikt tot het probleem met uw longen is gestabiliseerd en u weer zonder ondersteuning kunt ademhalen. Om het effect van de behandeling te meten worden er regelmatig bloedgasmetingen gedaan. Hiermee worden zuurstof- en koolzuurgehalte in het bloed gecontroleerd. Dit gebeurt door het afnemen van bloed uit een slagader (polsslagader) of via een vingerprik. De arts kan aan de bloedgaswaarden zien of de instelling van het apparaat aangepast moeten worden en of de behandeling aanslaat.

Tijdens de behandeling wordt regelmatig uw bloedruk / hartslag / zuurstofgehalte gemeten. Als u het masker op hebt kunt u wel praten, maar bent u door het masker minder goed te verstaan.

Hoe lang is de behandeling nodig

De longarts / physician assistant bepaalt aan de hand van de bloedgassen en uw herstel hoelang de behandeling nodig is. De eerste 24 uur is het belangrijk dat u het masker continu ophoudt en mag het masker alleen af voor eten, innemen van medicijnen en fysiotherapie. Als er tussentijds iets is, kan in overleg met de verpleegkundige het masker even worden losgemaakt.

Naarmate u meer herstelt, mag het masker steeds vaker en langer af. Soms is het alleen nog ’s nachts nodig, totdat de arts besluit dat de behandeling met het BIPAP-apparaat helemaal gestopt kan worden.