Het hart knijpt samen om het bloed de slagaders in te pompen. De druk die op de slagaders komt te staan heet bloeddruk. Als het hart samenknijpt is de druk het hoogst. Dit heet de bovendruk. Als het hart zich ontspant, is de bloeddruk het laagst. Dit heet de onderdruk.
Uw bloeddruk schommelt. In de ochtend en avond is de waarde vaak wat lager dan 's middags. Als u beweegt of praat dan stijgt uw bloeddruk. Ook uw stemming heeft invloed. Als u angstig, boos of aangeslagen bent, dan stijgt uw bloeddruk. Een arts meet daarom uw bloeddruk op verschillende tijdstippen. Pas dan kan hij vaststellen of u werkelijk een hoge bloeddruk heeft.
Wanneer is de bloeddruk te hoog?
Een bloeddruk rond de 120/80 mmHg is normaal. De bloeddruk is te hoog als bij meerdere metingen:
- uw bovendruk 140 mmHg of hoger is en/of uw
- onderdruk 90 mmHg of hoger is.
Deze waarden gelden voor volwassenen. De bovendruk geeft de beste schatting van het risico op hart- en vaatziekten.
Hoge bloeddruk is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Andere risicofactoren zijn:
- roken;
- hoog cholesterol;
- diabetes (suikerziekte);
- overgewicht;
- leeftijd;
- geslacht.
Als u meerdere risicofactoren heeft, is de kans op hart- en vaatziekten groter dan de optelsom van de afzonderlijke factoren of met andere woorden: 1 + 1 = meer dan 2.
Vrouwen die tijdens hun zwangerschap een hoge bloeddruk hebben gehad, hebben een verhoogd risico om op latere leeftijd een hoge bloeddruk te ontwikkelen.