Baarmoederkanker

Hoort u dat u baarmoederkanker heeft? Dan kan dat zorgen voor veel vragen en emoties. In korte tijd krijgt u veel informatie. Het is niet makkelijk om alle informatie te onthouden. Op deze pagina kunt u alles nog eens rustig nalezen. En hieronder geven wij tips om goed voorbereid naar uw afspraak in het ziekenhuis te komen.

Het is fijn als u goed voorbereid naar uw afspraak in het ziekenhuis gaat
Hieronder leest u tips voor een goed gesprek met uw arts of andere zorgverlener.

• Neem altijd iemand mee naar uw afspraak. Twee mensen horen meer dan één. Het is ook fijn om iemand naast u te hebben voor emotionele ondersteuning.
• Schrijf uw vragen vooraf op. Neem deze vragen mee naar het ziekenhuis. Zo vergeet u niets te vragen.
• Op de website www.3goedevragen.nl vindt u voorbeeldvragen die u kunt stellen.
• Maak tijdens het gesprek aantekeningen. Of vraag of u het gesprek mag opnemen. Dan kunt u het later nog eens nalezen of beluisteren.
• Via www.mijnrivas.nl kunt u uw dossier inzien. U vindt hier ook een overzicht van al uw afspraken.

Baarmoederkanker is kanker in uw baarmoeder. In Nederland krijgen jaarlijks bijna 2.000 vrouwen baarmoederkanker. De meeste vrouwen zijn tussen de 55 en 80 jaar. Baarmoederkanker komt niet vaak voor bij vrouwen jonger dan 45 jaar.

Er bestaat een agressieve en een minder agressieve vorm van baarmoederkanker.

Baarmoederkanker is de meest voorkomende vorm van kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen.

Bijna altijd gaat het om kanker in de binnenste slijmvlieslaag van de baarmoeder

Dit baarmoederslijmvlies heet endometrium. Een ander woord voor baarmoederkanker is daarom endometriumcarcinoom.

Bij 5 tot 10% van de vrouwen ontstaat baarmoederkanker in de spierwand van de baarmoeder

Dit heet een uterussarcoom. Een ander woord voor uterus is baarmoeder.
Baarmoederkanker groeit meestal langzaam. Een kwaadaardige tumor kan vanuit het baarmoederslijmvlies doorgroeien in de onderliggende spierlaag. Het groeit dan door naar de baarmoederhals. En naar de eileiders. Deze vorm van baarmoederkanker komt veel minder vaak voor.

Een combinatie van endometriumcarcinoom en een uteruscarcinoom komt ook voor. Dit noemen we een carcinosarcoom.

De klacht die het meest voorkomt bij baarmoederkanker is verlies van bloed uit de vagina. Of bruinachtige afscheiding uit uw vagina.
Heeft u de overgang al gehad? En krijgt u opeens weer een bloeding? Bel dan uw huisarts. Dan is er onderzoek nodig. Ook de volgende klachten knnen voorkomen bij baarmoederkanker:

• Als u veel en onregelmatig bloed verliest. Ook als u niet ongesteld bent.
• Bloed verliezen als u plast. Of andere klachten als u plast.
• Vermoeidheid, magerder worden of buikpijn.

Dit zijn klachten die meestal pas laat optreden. Dus als u al langer baarmoederkanker heeft.

De oorzaak van baarmoederkanker is vaak onduidelijk. We weten wel dat er dingen zijn die het risico op baarmoederkanker kunnen vergroten:

• Vrouwen die geen kinderen hebben.
• Als u laat in de overgang komt. Dat is later dan de gemiddelde leeftijd van 52 jaar.
• (Veel) overgewicht.
• Als u lange tijd hormonen tegen overgangsklachten neemt.
• Lang gebruik van het medicijn Tamoxifen.
• Baarmoederkanker kan erfelijk zijn. Maar dat komt niet vaak voor. Komt er erfelijke baarmoederkanker in uw familie voor? Bespreek dit dan met uw gynaecoloog.

Tijdens de eerste afspraak met de gynaecoloog in het Beatrixziekenhuis bespreken we uw klachten. We bespreken ook uw gezondheid. En uw medische voorgeschiedenis. De gynaecoloog doet ook een paar onderzoeken.

• Allereerst maakt de gynaecoloog een onderzoek van uw vagina. Hij of zij neemt een uitstrijkje af en maakt een inwendige echo.
• Zien we bij dit onderzoek dat uw baarmoederslijmvlies verdikt is? Dan haalt de gynaecoloog wat weefsel uit uw baarmoeder weg. Dit doet de arts met een pipelle. Dit is een klein slangetje.
• Soms moet er weefsel weggehaald worden. Dat gebeurt met een hysteroscopie of een curettage.

De uitslag van dit onderzoek duurt ongeveer 2 weken

Uw weefsel wordt onderzocht door de patholoog. Een patholoog is een arts die weefsel en cellen onderzoekt. U krijgt een afspraak voor de uitslag mee.

Zien we dat u baarmoederkanker heeft?

Dan worden er misschien nog extra onderzoeken gedaan. Zoals een CT-scan van de buik, een longfoto of een MRI. In het ziekenhuis krijgt u meer informatie over deze onderzoeken.

• Een CT-scan of MRI-scan brengt organen en/ of weefsels zeer gedetailleerd in beeld. Dit is handig om de plaats, grootte en uitbreiding van de mogelijke tumor te zien. We kunnen dan ook zien of er uitzaaiingen zijn.
• Met een longfoto kan de arts afwijkingen van longen, hart of lymfeklieren in uw borstkas opsporen.

Bij baarmoederkanker zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Voordat de arts een behandeling kan voorstellen, moet hij of zij eerst een aantal dingen weten:

• Uit welke soort cellen de tumor is ontstaan.
• Hoe agressief deze cellen zijn.
• Wat de fase van de ziekte is.

Baarmoederkanker heeft vier fasen:

• Stadium I: de tumor zit alleen in de baarmoeder.
• Stadium II: de tumor is doorgegroeid tot in de baarmoederhals.
• Stadium III: de tumor is doorgegroeid in de directe omgeving van de baarmoeder:
  • Stadium III A: naar uw eierstokken
  • Stadium III B: naar uw vagina
  • Stadium III C: naar uw lymfeklieren in het bekkengebied
• Stadium IV: de tumor is doorgegroeid of uitgezaaid naar andere organen:
  • Stadium IV A: de tumor is doorgegroeid naar uw blaas of uw endeldarm.
  • Stadium IV B: er zijn uitzaaiingen ergens anders in uw buik. Of in andere organen zoals uw longen.

De behandeling die we het vaakst doen bij baarmoederhalskanker is een operatie. Bij de operatie worden uw baarmoeder, eierstokken en eileiders verwijderd. Soms volgt na de operatie een extra behandeling, zoals bestraling, hormonale therapie of chemotherapie. Hieronder leggen wij al deze behandelingen uit.

De operatie kan op 2 verschillende manieren

• Via een kijkoperatie: laparoscopie
• Door een snee in uw onderbuik. De snee loopt vanaf uw schaambeen tot aan uw navel. Of net daarboven. Dit heet een laparotomie. Op de plaats waar de baarmoeder heeft gezeten, maakt de arts de vagina dicht. Deze is nu wat korter geworden.

Informatie over extra behandelingen

• Bestraling. De bestraling kan u beter maken, of het kan een aanvullende behandeling zijn om de kanker te remmen. Of om uw klachten te verminderen. U krijgt de bestraling meestal aanvullend op een operatie. Dat gebeurt als de tumor is doorgegroeid naar uw spierwand.
• Hormonale therapie. Dit kunt u krijgen om de kanker te remmen. Of om uw klachten te verminderen. Dit is een behandeling met hormonen. Via uw bloed kunnen de hormonden bijna op alle plekken in uw lichaam de kankercellen bereiken.
• Chemotherapie. Dit is vaak een palliatieve behandeling. Dat betekent dat u niet meer beter wordt. Chemotherapie wordt vaak gegeven als de vorm van baarmoederkanker agressief is, of bij een uitzaaiing. Met chemotherapie kan de kanker soms voor langere tijd worden teruggedrongen. Soms krijgt u chemotherapie als aanvullende behandeling na de operatie en/of bestraling. Het is een behandeling met medicijnen die cellen doden of de celdeling remmen.

Bent u voor baarmoederkanker behandeld? Dan blijft u nog een tijd onder controle

• De eerste 2 jaar komt u elke 3 tot 4 maanden bij de gynaecoloog en/ of de bestralingsarts.
• Na 2 jaar worden de controles minder: gemiddeld 2 tot 3 keer per jaar.
• Na 5 jaar zijn er geen controles meer nodig.

Heeft u behoefte aan meer informatie? Dan kunt u betrouwbare informatie vinden op de websites www.kanker.nl en www.degynaecoloog.nl
Ook kunt u via deze websites in contact komen met andere mensen die baarmoederkanker hebben (gehad).

Heeft u vragen of zorgen? Blijf daar dan niet mee rondlopen. U kunt contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie via telefoonnummer 0183 64 42 17.

U kunt uw vragen ook stellen via de app BeterDichtbij
Via deze app kunt u eenvoudig en veilig contact hebben met de polikliniek Gynaecologie en met de gynaecoloog. Tijdens uw afspraak in het ziekenhuis vertellen wij u over deze app.